Forget Musk, he is Miles behind…
In de winter van 1988/1989 speelde ik eindelijk in het vaandelteam van de Eindhovense Kemphanen. In de jeugd droomde ik ervan. Ik ging samen met mijn pa naar elke thuiswedstrijd kijken om te genieten van met name Canadese en Amerikaanse importspelers en van mijn held Harm Wilms. Hij was verdediger, net als ik.
Wederopbouw
Helaas had de ijshockeyvereniging in het voorafgaande seizoen financieel en sportief geen topjaar gehad. Ik hoefde me er niet mee bezig te houden, maar er werd gesproken over ‘opnieuw opbouwen’, ‘hand op de knip’ en ‘realistische doelstellingen’. Het bleek voor mijn idool een prima moment om zijn ijshockeyspullen aan de wilgen te hangen. De hoop om ooit nog met hem samen te spelen vervloog.
Een beginnende ‘Tilburgse’ coach
Datzelfde seizoen kregen wij een bijzondere kerel als coach. Een Tilburger met een wel heel duidelijke Amerikaans-Canadees accent. Hij was oud-speler van o.a. Tilburg Trappers en daar had hij zijn hart verloren aan een Brabantse schone. Coachervaring had hij niet, maar Mason bleek een strateeg. Hij analyseerde de kwaliteiten van elke speler. Na een maand of twee kreeg je een persoonlijk rapport waaruit op te maken viel waar je ontwikkelkansen lagen en hij beschreef ook waar je kracht lag. Voor mij was dat een ongekend fenomeen, vooral door de onderbouwing die hij je erbij gaf.
Geheime wapen
Behalve Mason hadden we nog een klein wonderwapen, al was het maar omdat zijn naam ontzag inboezemde bij de argeloze tegenstander: Lindsay Miles. Hoe hij precies terecht kwam in ons team weet ik niet meer precies, maar de Noord-Amerikaanse bijklank van zijn naam maande onze eerste tegenstanders tot voorzichtigheid. Was Miles, een onbekende naam in het Nederlandse ijshockey, het wapen dat alle andere zou verbleken?
Different cook
In sportief opzicht was Lindsay Miles misschien niet de verrassing van het seizoen. Dat had er alles mee te maken dat hij een kind was van de Zuid-Afrikaanse ijshockeycompetitie. Jazeker, dat lees je goed: Zuid-Afrika! Miles verstond het Nederlands goed, het Afrikaanders is een afgeleide van het Nederlands, maar Engels sprak en verstond hij zeker zo goed.
Alles komt tot een einde
Voor mij was het na dat ene seizoen wel klaar, over en uit. Mijn vader overleed en ik probeerde mijn moeder een beetje te ontzorgen. IJshockey, rolhockey, vier huis-aan-huisblad-wijkjes, een vriendinnetje én school, maakten mijn moeder een tikkeltje bezorgd. Lindsay Miles verloor ik uit het oog en Doug Mason begon een bloeiende coaching carrière die hem zelfs naar het hoogste Duitse competitieniveau voerde.
Voor Mason naar Keulen
Met een select gezelschap zijn we nog eens wezen kijken bij zijn Kölner Haie (18.000 toeschouwers!) om na afloop iets te lang te blijven zitten. We werden getrakteerd op een Doug Mason die inmiddels Tilburgs Brabaaaants (langgerekte klinkerklanken) combineerde met zijn Canadese moedertong en dat in een Duits jasje goot. ‘Die jungens waren kapoet. Die beine total versauerd’.
Voor Miles… naar Canada?!
De ontmoeting tussen de avontuurlijke Lindsay Miles en de analyserende Doug Mason heeft Miles op een mooi pad gebracht. Miles woont al jaren in Canada en is daar een gewaareerd spelanalyticus met behulp van digitale hulpmiddelen. Nog steeds heeft ijshockey zijn passie, al was één blauwe plek op zijn hart nog altijd pijnlijk.
Herenigd
De vriendschap die Miles opbouwde met de teamgenoten van weleer resulteerde in het over en weer bezoeken van elkaar. Guus Broeks en ‘zijn’ Angelique zijn uitgesproken vrienden en ik denk dat geen enkel teamlid van destijds hem anders beschouwt. Maar wat is een vriendschap waard als je zo weinig tastbaars hebt uit het verleden waarin het allemaal begon? Dat is gisteren goedgemaakt tijdens een hereniging van Miles en een aantal oud-teamgenoten die deze week in Canada vertoeven.

The small 8, a big friend!
En Musk dan?
Je zou toch wensen dat Elon Musk, ook geboren in Zuid-Afrika, iets meer had geijshockeyd. Ik denk dat hij dan een aangenamer en vooral warmer mens was geweest. Alhoewel… zowel Vladimir Putin als Aleksandr Loekasjenko ijshockeyen graag. Misschien zouden ze met een paar goede analyses van Lindsay Miles hun spel aanzienlijk kunnen verbeteren. Humaner zouden ze zeker worden als ze wat meer van Doug Mason hadden gehad.
Tot slot
Bij het zoeken naar een fragment waarin Doug iets uitlegt in zijn Duits, stuitte ik op een bijzondere video. Om dat te snappen moet je weten dat ik altijd achterspeler was, een ‘defence’ zoals dat bij het ijshockey heet. De analyses van Doug maakten daar een einde aan en hij stelde me uiteindelijk als rechter vleugelspeler op. Dat was een pijnlijk schot in de roos: ik had 14 jaar op de verkeerde positie gespeeld! Misschien herken je het verhaal in het volgende typerende fragment: