A touch of Q
Mijn telefoon ging over terwijl de korte tweedaagse break naar Zuid-Limburg op het punt stond te beginnen. In de auto zat ik en dat ik precies weet waar ik reed voorspelt al niet veel goeds. Het toekomstige Vonk-terrein passeerde ik op weg naar mijn eerste bestemming: Helmond. Een tweedaagse break ‘doe’ je immers niet alleen; je haalt je Helmondse liefje op. Op mijn hoofd rustte een koptelefoon waar gamers doorgaans mee connecten met hun medestrijders.
Een dame
“Dag meneer, u spreekt met Mon… Als ik het op het internet goed gelezen heb, werkt u aan BMW motorscooters. Klopt dat?” De dame had haar huiswerk goed gedaan en ondanks het feit dat haar naam mij niet helemaal duidelijk was, vervolgde het gesprek. “Dat klopt, ik werk al 12 jaar met liefde en plezier aan het bewuste type motorscooter. Wat kan ik voor u doen?”
Die vraag lijkt voor de hand liggend, maar een dame in een BMW C1 is tamelijk zeldzaam. De meeste vrouwen rennen juist weg bij het zien van een overdekte motorscooter. De meeste mannen overigens ook…
Ze vervolgde: “Mijn vader had ook een BMW C1, maar hij is op 5 juni overleden en nu weten we niet zo goed wat we met het ding aanmoe…”. Ineens besefte ik welke achternaam ik maar half-half had verstaan. Het was dezelfde als die van één van mijn favoriete mensen uit mijn klantenkring. Die klantenkring bestaat overigens uit heel veel favoriete mensen omdat BMW C1-rijders eigenzinnig types zijn die gemiddeld genomen bepaald niet gemiddeld zijn. En in dat opzicht was Q, de vader van de bellende dame, geen uitzondering. Juist niet.
Drijfveren
Dochterlief wist tot op dat moment nog niet dat ik degene was die de BMW van haar pa al jaren onderhield. Blijkbaar had ze eenvoudigweg gezocht naar iemand met enige kennis van het onooglijke rode scheurijzer. En dat terwijl ik een keer of vier te gast was geweest bij Q thuis omdat ik het juist zo leuk vind om bij mijn klanten aan huis te werken. Je leert op die manier nieuwe mensen kennen, nieuwe zienswijzen, drijfveren en in sommige gevallen de kunst van het spot drijven.
Q kon dat laatste op schitterende wijze. Vertrouwen is goed, maar wel met mate. Ik was er getuige van hoe een internet-aansluit-meneer te gast was tijdens één van mijn visites. Tijdens het kopje koffie, echte welteverstaan dus uit een ouderwets apparaat, werd langzaam maar zeker duidelijk dat de andere ‘vakman’ moeite had met het aansluitgebeuren. Dat is prima als je het ook gewoon zegt, maar de monteur maakte een andere keuze en draaide om de hete brij heen. Daar prikte Q in no time doorheen en zonder terughoudendheid. De vakman concludeerde vervolgens dat het beter was wanneer een collega zou komen kijken. Later begreep ik dat het klusje vervolgens met een minuut of tien geklaard was.
Haags
Maar Q had meer dan mensenkennis en technisch inzicht. Hij kon niet verbloemen uit de omgeving van Den Haag te stammen. Geen plat Haags à la Haagse Harry in de strips van Marnix Rueb, maar zo’n heerlijk vleugje accent dat landverraadt: Haaglanden dus. Heerlijk kort door de bocht kon hij met die tongval formuleren hoe het in het kleine en grote Den Haag zat. Zelden heb ik een liberaal zo vilein horen afgeven op onze liberale minister-president.
In de knusse keuken, een trede lager gelegen dan zijn woonkamer, stond wat mij betreft één van de pronkstukken in de collectie waarmee Q zich omringde. Hij had wel meer mooie oude zaken in huis. In een vitrinekast stond een aantal tramstellen van de Haagse Tram Maatschappij. Deze waren zo’n 15 centimeter hoog en behoorlijk gedetailleerd. Ik had zoiets nog nooit gezien, hooguit iets wat erop leek in Madurodam. “Werk van mijn ouweheer, deed ie als hobby.” Pa bleek een verleden te hebben bij de HTM en nam zijn werk blijkbaar mee naar huis. Q zelf overigens ook, want ook toen corona nog een biertje was prijkte bouwtekeningen op het grote scherm. Dat scherm stond plichtsgetrouw op een ouderwets chique bureau dat eigenlijk net een maatje te klein voor hem leek.
Kleppen
“Ik ben er helemaal naar van…”, stamelde ik vanachter het stuur. En ik begon ook nog eens te waterlanden. Dat heb ik nogal snel, bijvoorbeeld bij een televisieprogramma waarin iemand verrast wordt met zijn eigen gerestaureerde auto. Q had ook een voorliefde voor oude dingetjes. Zo koesterde hij twee Laverda motorfietsen uit de chroomtijd van de vorige eeuw. De laatste keer dat ik te gast was bij hem, nu een week of vijf geleden, hadden we het er nog over. Hij had een Laverda helemaal in orde laten maken. Hij en een vriend van hem reden op die dingetjes als een soort ankerpunt van hun beider jeugd. Loyaliteit is een mooi iets in vriendschappen…
Ik wist van de titanium kleppen, niet in de Laverda, maar in Q’s eigen mechaniek. En hij had me ook weleens verteld over zware behandelingen vanwege een andere aandoening. Ik concludeerde zelf dat de zon in Q’s koppie bleef schijnen door zijn vermogen te relativeren en op tijd een vleugje humor aan zijn leven toe te voegen. Knap is dat, als mensen overeind weten te blijven, ook als het leven zich unfair toont.
High Tech
Humor dus, dat had hij volop en één dimensie daarvan was uiteraard James Bond-gerelateerd. Als je een voornaam met een Q als beginletter hebt, dan kan het ook haast niet anders. En zo werd ik gewezen op kleine ‘oplossinkjes’ in huis: een haakje hier, een koordje daar. Simpele oplossingen voor alledaagse problemen, maar… kom er maar eens op. De grap zat ‘m natuurlijk in de overtuigde blik die triomf moest uitstralen én de kortst mogelijke toevoeging: “Q”. Ook bij mij thuis hadden we een link met Her Majesty’s Secret Service. Mijn eigen vader bedacht zo links en rechts ook wel ‘briljante’ oplossingen. Nu ik over Q schrijf, herinner ik het me weer. “High Tech Eddy”, zei hij dan altijd. Het was eerder low tech, maar sommige oplossingen werken na dertig jaar nog steeds.
Passie voor het leven
Na ons telefoongesprek kreeg ik nog wat foto’s en een videofragmentje waarop de Ferrari-rode motorscooter te zien is. Daarop staan familieleden die ik nooit eerder zag en een goedlachse opa die er beter uitzag dan ik hem mij herinnerde. Naar nu blijkt is hij een week of drie geleden nog eens grootvader geworden. Dat heeft hij gelukkig nog mogen meemaken.
Q is niet de eerste C1-eigenaar die ik uit mijn scooterkring verlies. En ik weet ook wel dat ik een sentimentele ‘zak’ ben, maar de gastvrijheid, de mooie verhalen en de passie voor het leven, die zal ik nooit vergeten.
A touch
Nu mag ik meehelpen zoeken naar de toekomstige eigenaar van wat steeds de C1 van Q was en waarschijnlijk altijd een beetje zal blijven. In het handschoenenvakje zit namelijk een klein handzaam DAB+ radiootje dat je onderweg via luidsprekers boven je hoofdsteun kunt beluisteren. Daarbij is hij niet over een nacht ijs gegaan, maar uiteindelijk vond ie het juiste apparaat met goed ontvangst. A touch of Q…
De grote hoofinzenjeur (gejat van de Limburgse Janse Bagge Bend) heeft geluk dat ie versterking krijgt van dit mooi mens. Ik wens Q’s familieleden en vrienden veel goede herinneringen en bovenal sterkte toe.
Bob