Ali Brainport en 040’s heilige huisjes
Vandaag verscheen in het Eindhovens Dagblad een aardige analyse van Hans Vermeeren onder de titel: Eindhoven kampt met grote tekorten, partijen laten voor verkiezingen geen oplossingen zien. Op Digitale Stad Eindhoven viel eerder al te lezen wat de opvallendste zaken per partijprogramma waren. De grootste overeenkomst was de flinterdunne financiële onderbouwing. Waarom juist de financiën omzeild worden in de programma’s heeft met een paar factoren te maken: Haagse euro’s en heilige huisjes.
Haagse Hoorn des Overvloeds
Het is niet onwaarschijnlijk dat de partijen die nu het Eindhovense college vormen, hun hoop volledig gevestigd hebben op de geldkraan in Den Haag. Als die door Rutte & Co daadwerkelijk wordt opengedraaid is er waarschijnlijk een aanzienlijk bedrag. Hoe verstandig is het tegen die achtergrond om te praten over de financiële staat van de stad? In het geheel niet, aangezien je daarmee a) het door dit college gebrekkige uitgavenbeleid noemt en b) je vooruitloopt op de de Haagse gelden waarvan we de omvang nog niet kennen.
Bovendien is het de vraag of de Haagse eurootjes niet gepaard gaan met specifieke etiketjes: ontwikkeling binnenstad, uitbreiding ring, Engelstalig theater en noem het maar op. Je kunt bijvoorbeeld cultuurgelden niet zomaar aanwenden voor een snelheidsremmende maatregel bij een basisschool. De Haagse 20 miljoen die mevrouw Schreurs (D66) trachte veilig te stellen door de Vestdijk te barricaderen is een duidelijk voorbeeld van hoe het wél werkt. Een kleine investering vanuit een budgetje vergroot de kans op een aanzienlijker budget als vervolg.
Maar juist dat principe maakt de zorg in Eindhoven tot achilleshiel. Daar is het geld al jaren op of liever gezegd: er wordt geld voor zorg aangewend dat er niet voor bedoeld is. Het etiketje ‘zorg’ gaat Den Haag dan ook zeer waarschijnlijk op geen enkel eurootje plakken.
Brainport
Eén van de zaken die alle partijen partijen parten speelt is dat de gemeenteraad en het college zich langzaam maar zeker verantwoordelijk is gaan voelen voor Brainport. Eindhoven is natuurlijk nog steeds de stad, maar die stad is allang minder interessant dan de grotere economische regio.
Dat bleek de afgelopen jaren dan ook bij herhaling als voor de zoveelste keer Brainport-lobbyisten de deur bij wethouders en hoge ambtenaren binnen konden lopen, terwijl journalisten van lokale media nauwelijks voorbij de drempel van het Stadhuis kwamen. Sterker nog: de media, en daarmee de Eindhovense inwoners, moesten soms langer op informatie wachten dan een voormalige Oost-Duitser moest sparen voor zijn Trabant (leuk autootje, máár tweetakt!).
Wat belooft Brainport precies? Brainport is lang gezien is als hét economische antwoord op alle Eindhovense vraagstukken. Het genereert namelijk werk op verschillende niveaus, als een soort drietrapsraket. Hoogtechnologisch werk trekt de bijbehorende werknemers aan. Die hoogopgeleiden moeten worden gehuisvest en investeren in de lokale economie, waardoor het midden- en kleinbedrijf de tweede trap is. Vervolgens is het nog maar een kleine stap naar de groei van werkgelegenheid voor allen. Tot zover de aanname. Toch blijkt al jaren aan een stuk dat juist die laatste slag niet lijkt te slagen. Het is dus tijd voor een verandering.
Design
Eén van de kernwaarden van Eindhoven, althans van het Eindhoven waarmee we de stad zichzelf graag op de kaart zet is Design. Niet zo raar met een heuse Design Academy en uiteraard het Philips-verleden waarin industrieel ontwerpen tot kunst verheven werd. De Dutch Design Week blijkt daarnaast een bezoekersmagneet van jewelste.
Onder andere Peter Kentie, stadsmarketeer Eindhoven365, haast zich nog gedurende de week te melden hoeveel DDW de stad oplevert. Naast de opbrengsten door de bestedingen van de enorme bezoekersaantallen ontvangt de Dutch Design Foundation (DDW-organisator) ieder jaar 400.000 euro vanuit de begroting van OCW. Die subsidie is in 2017 begonnen en duurt tot 2020.
Wie de vraag stelt hoeveel gemeentelijke euro’s nog dienen te worden geïnvesteerd in een week die al prachtig loopt wordt met de nek aangekeken. Een heilig huisje, maar geen gemeentelijke kerntaak. Sinds het Stedelijk Museum in Den Bosch overigens is omgedoopt in het ‘Museum voor hedendaagse kunst en design’ is het Evoluon ook niet meer in beeld als Designmuseum. Dat laatste was in oktober vorig jaar nog de wens van D66: Maak een designmuseum in het Evoluon. Nog geen drie maanden later weet cultuurwethouder Mary-Ann Schreurs (D66) dat het Evoluon juist het nieuwe Eindhovense Stadmuseum moet huisvesten.
Innovatie/techniek
Het is vloeken in de kerk en uitgerekend Linda Hofman van het CDA Eindhoven deed het: zij durfde het in de zomer van 2017 aan hardop de vraag te stellen of de gemeente Eindhoven zich op dezelfde schaal moest blijven inzetten voor innovatie. Prompt viel er kritiek te lezen op E52.nl, het digitale mediaplatform ter promotie van innovatie en techniek. In de reacties op het stuk Streepsgewijs Eindhovens Stemadvies (5 minuutjes!) valt meer te lezen hierover.
In het actuele partijprogramma van het CDA in Eindhoven zie je wel iets terug van de opmerkingen, al is het in afgezwakte vorm: de partij wil terug naar kerntaken waar iedere gemeente zich hard voor zou moeten maken. De nadruk op stimulering van innovatie en techniek is misschien minder hard nodig nu die thema’s in de stad ‘op de kaart’ staan. Maar er zijn maar weinig programma’s die hierover een uitspraak doen.
Kunst en cultuur
Waar in allerlei maatschappelijke zaken het mes ging lijkt de sector kunst en cultuur een vrijstaat waarvan de kas steeds gespekt schijnt. Dat is natuurlijk niet waar, maar het feuilleton omtrent Het Muziekgebouw is in financieel opzicht een lichtend voorbeeld. De gemeente Eindhoven googelt wat dat betreft op verrassende wijze als het erop aankomt te handelen naar cijfers. Waar het Muziekgebouw mag voortbestaan met een jaarlijks tekort van gemiddeld 400.000 euro, moest en zou het IJssportcentrum worden geprivatiseerd door een overschrijding van 125.000 euro.
Los van de draaikontelarij omtrent financiën en de gevolgen van budgetoverschrijdingen wordt ook divers omgegaan met bezoekersaantallen en wat die zeggen over de levensvatbaarheid. Het meest heilige huisje is in dit opzicht het Van Abbe-museum. Voor menig Eindhovenaar nu niet bepaald een highlight en zeer zekere kostenpost. Een gezonde maatschappij ruimt plaats in voor kunst en cultuur, maar in onze stad zijn ook andere noden, én deugden, die financiële ondersteuning verdienen.
Tijd voor een klein pasje op de plaats
Hoezeer Eindhoven ook in beweging is, hoe werelds de stad ook probeert te zijn, het is tijd voor een beetje gemeentelijk gas terug. De stad Eindhoven is meer dan Design, Techniek en Kunst en Eindhoven is meer dan Brainport. Onze stad heeft burgers die recht hebben op een gemeente die zich hard maakt voor de belangen van die eigen inwoners. Dat betekent dat een aantal zaken eindelijk goed geregeld moeten worden: de infrastructuur, de tekorten en een werkende aanpak van de armoede die in Eindhoven groter is dan in alle andere Brabantse steden. Misschien nog wel veel belangrijker: ook een lange termijnperspectief voor de laaggeschoolden Eindhovenaren van de toekomst.
Als de gemeente haar focus verlegt, dan ontstaat tegelijk een gouden kans voor de sectoren die ik hierboven als heilige huisjes beschreef en al helemaal voor de organisaties die gezamenlijk Brainport vertegenwoordigen. De te grote groep Eindhovense inwoners die tot nu toe niet meeprofiteerden van de ontwikkeling van Brainport kunnen alle hulp gebruiken. Dat varkentje zou de overheid samen met het bedrijfsleven en kennisinstituten eindelijk eens moeten wassen. Het volgende college moet keuzes durven maken. Maar eerst bent u aan de beurt: op 21 maart.