De generatiekloof zichtbaar in het Woord van het Jaar 2019
Recent nieuws: Niet ‘klimaatspijbelaar’ of ‘klimaatdrammer’ maar ‘boomer’ is gekozen tot het woord van het jaar 2019. Een ‘boomer’ wordt omschreven als een (meestal ouder) persoon met ouderwetse denkbeelden of conservatieve opvattingen. Het woord wordt veel door jongeren gebruikt om ouderen de mond te snoeren.
Commentaar: vooral die laatste zin is veelzeggend. Vrijheid van meningsuiting heet nog altijd een kernwaarde van onze samenleving te zijn, maar je kunt betwijfelen of de jongere generatie daar merendeels nog achter staat.
Het is niet onwaarschijnlijk dat de meeste DSE-ers in hun ogen boomers zijn. Dat vermoeden baseer ik op de overheersende haarkleur bij de DSE-bijeenkomsten die ik bijgewoond heb.
Diezelfde haarkleur overheerst trouwens ook in concertzalen en bij culturele verenigingen; dus wie weet zijn dat ook verzamelingen van boomers. Bij dance festivals ligt het waarschijnlijk anders.
Ik ben op grond van mijn geboortejaar – 1939 – veel erger dan een boomer, misschien wel een dubbele. Maar tegenwoordig voel ik mij soms een doomer. Want anders dan Wim meen ik dat er veel veranderd is, en niet allemaal ten goede.
Ik toets mijn profiel even aan de criteria genoemd door Daniela Hooghiemstra: heb inderdaad weinig verstand van technologie. Denk wel – op gezag van natuurkundigen en ecologen – dat milieumaatregelen nodig zijn en meen, ondanks een zekere gehechtheid aan de oorspronkelijke kleur van de knecht van Sinterklaas, toch redelijk uit de voeten te kunnen met de multiculturele samenleving. Ik hoop nog even te mogen blijven.
En die boomers dan die zich in de jaren 60 verzetten tegen de gevestigde orde? Zijn die vergeten dat we net zo waren? Maagdenhuis bezetting, met lange haren in het leger, protesteren tegen oorlogen, give peace a chance, baas in eigen buik ….
De jeugd uit de jaren 80 was te rustig en te meegaand.
Ik ben blij met de dwarsliggers nu, want anders verandert er nooit wat. Ga zo door!
The times, they are a changing again!
Bob Dylan beschreef het zo in 1964:
Come senators, congressmen
Please heed the call
Don’t stand in the doorway
Don’t block up the hall
For he that gets hurt
Will be he who has stalled
The battle outside ragin’
Will soon shake your windows
And rattle your walls…
Bob Geldof bewoog de halve wereld om de andere helft te eten te geven, Nelson Mandela diende vrijgelaten te worden en Ruud Lubbers stond slechts tegenover een handjevol protesterende ouwe hippies? Elke generatie kent zijn of haar eigen uitdagingen. Een eeuw samengevat in een paar ‘kansen’: oorlog, crisis na 1929, oorlog, wederopbouw, burgertrutterigheid, koude oorlog / oliecrisis, de playbackshow én Henny Huisman, Flippo’s en fake nieuws. Dat laatste is gecombineerd met de dood van de lineaire TV er mede de oorzaak van dat menigeen denkt dat je alleen milieuvriendelijk fietst als er een accu in of op zit.
‘Proud to be a boomer!’, zou ik willen roepen. Maar ik betwijfel of in de juiste leeftijdscategorie val. De zichzelfbenoemde ‘bewuste’ jongere vliegt naar Nepal, Bali of India om met zichzelf in contact te komen. Of met Ryan Air om voor de prijs van twee bioscoopkaartjes in een AirBnB te vertoeven onder de zon terwijl de ‘bewuste’ jongere zich laaft aan fastfood waar per maaltijd net zoveel gewicht opgaat aan het verpakkingsmateriaal als aan het ‘gerecht’. Lang douchen, schaatsen op kunstmatige ijsbaantjes die tijdelijk in de winkelcentra liggen bij +15, beha’s bestellen in 5 maten zodat je er 4 terug kunt sturen zonder extra kosten… Het is vergelijkbaar met les één voor alle dictatoriaal aangelegde leiders: help het (boeren)verstand om zeep.
Een ander groot voorrecht van leeftijd is dat je weet dat technologie snel gaat maar niet zo snel als pioniers vaak plegen te schetsen. Er bestaat dus nog geen app die volautomatisch je band plakt en evenmin kun je chirurg worden als je op insta, tiktok of op snapchat je leertijd verdoet.
Alle generaties verworden tot ‘Ok, boomers’. En daar is niks mis mee, vooral niet als we luisteren naar mensen die hebben moeten doormaken wat de kuikens voor onmogelijk houden: oorlog, onbetaalbare/ontbrekende benzine, contact hebben zonder telefoon.
Als ik dit soort discussies voer met mijn drie tieners snap ik er natuurlijk niks van. Een ouwe bok van 49, duh! Alhoewel… soms zit er al iets van boomerschap in de jeugd. Dan zegt er eentje gewoon ‘Hallo!’ als ik over straat loop, ook als het een kuiken van een ander is. Of er draait een jonge gast de warm-waterkraan dicht nadat ie voorafgaand aan elke scheerbeweging zijn mesje afspoelt. Sommigen snappen het een beetje, al blijkt het marginaal: de voor 99% uit plastic bestaande imitatie-Gilette uit China wordt met het grootste gemak afgedankt. Niet omdat het mesje bot is, maar omdat de geleidestrip gehavend is.
Wees een individu, behandel anderen zo en pik het niet als iemand je classificeert. In iedereen schuilt een boomer, die met trots grijs moet zijn omdat die kleur de massa vertegenwoordigt waar wij allemaal onze rekenkracht aan toedichten.
Zo, dat moest er even uit… Ben ik nu ook een boomer?
Jij bent geen echte Boomer Lau? 😉
0-0-0-0-0-0-0-0
Daniela Hooghiemstra verwoorde het in de Volkskrant van 25 november onder anderen zo:
“Met de slogan: ‘Ok, boomer’, vallen twintigers en dertigers de 65-plussers aan. Ze zouden geen verstand hebben van technologie, niet begrijpen dat milieumaatregelen nodig zijn en niet uit de voeten kunnen met de multiculturele samenleving. Gewoon met je ouwe diesel door de stad rijden? ‘Ok, boomer.”
” Mijn generatie is platgewalst door ‘boomers’ en millennials
Maar nu is er dus ‘Ok, boomer.’ Om die verrekte naoorlogse generatie de oren gewassen te krijgen, hebben we moeten wachten op hun kleinkinderen.”
“Ik vertelde aan mijn dochter (16) dat ik niemand was.
‘Jawel, jij bent wel iemand’, zei ze. ‘Jij bent een Karen.’
‘Een wát?’, vroeg ik. Maar in een wolk van Amerikaanse stemmetjes uit haar iPhone had zij de kamer alweer verlaten.
Ik googelde ‘Karen’.
‘Mother of three’, las ik. ‘Blonde. Owns a Volvo. Annoying as hell. Wears acrylics. Always wants to speak to the manager’.
Er stonden ook nog plaatjes bij, maar die waren eigenlijk niet nodig. ”
0-0-0-0-0-0-0-0-
Maar, what is in a name zei Shakespeare al, to be or not to be that is de question