Een eindje rijden
Het zal zo rond 1980 geweest zijn, we hadden thuis een Ford Escort 1.3 Bravo en jawel, gekocht bij Van der Meulen-Ansems. Wat vond ik dat als tienjarige toch een betoverend karretje, althans als het donker werd. Haalt u even die grijns van uw gezicht, want het ging mij niet om de buitenkant, neen: Ford had in de Escort maar ook in andere auto’s van die tijd de tellertjes voorzien van led-verlichting, groene led-verlichting welteverstaan. Geloof het of niet, maar dat was gewoon gezellig!
Ongeceintureerde autopret
Helemaal fantastisch was het als ik van pa tussen de twee voorstoelen mocht leunen zodat ik bij de versnellingspook kon. We hadden dat natuurlijk zorgvuldig geoefend en op een gegeven moment werd het een tweede natuur: pa liet het gas los, trapte het koppelingspedaaltje in en ik schoof de pook dan van 2 naar 3 of van 3 naar 4. De magische H deed zijn werk want op elk uiteinde van die H zat een versnellinkje. Man, wat was dat machtig mooi om te doen. Ik, met mijn tien jaar ‘levenservaring’, was rechtstreeks van invloed op de tellertjes en lampjes in Ford’s muizentheatertje. Vergeet niet, de gordelplicht voor de achterste inzittenden was er nog niet.
Ramen open en de verwarming aan
Een andere gewoonte van mijn vader, zo herinner ik me nu ineens weer glashelder, was om bij het eerste echte lenteweer het raam open te draaien om vervolgens de frisse wind van repliek te dienen door de verwarming vol open te schuiven. Zo reden we dan van Strijp (toen nog hip zonder allerlei S-en, T-en en R-en) naar de Waalrese bossen. Het Nat-Lab leidde een weidser geheel in en voor we onder de A67 door kachelden begon Pa met zijn raam- en kachelritueel. “Jongen, ik denk dat onze lieveheer ons toch echt een stukje paradijs op aarde heeft gegund…”. Hij liet zich zoiets jaren later nog eens ontvallen toen op het Duitstalige RTL-Plus een zeer charmante maar voor mij veel te oude dame de programma’s aan elkaar kletste. En natuurlijk met enige regelmaat als mijn moeder uit de binnenstad kwam lopen en we haar op de parkeerplaats bij Lodewijks opwachtten.
Piaggiootje
Toch ging de lol er voor pa een beetje vanaf, of beter gezegd: de lol van het autorijden. Hij zette zich bij de voorloper van Signify (Philips Lighting) altijd in om consumenten te overtuigen van de kracht van verlichting. Passend licht was belangrijk, maar energiezuinig licht was eigenlijk nóg belangrijker. De aardkloot smolt namelijk en bij ons thuis was dat letterlijk het geval. Wij hadden een wereldbol-kaars staan die ons allemaal onomstotelijk liet zien dat het geen kletspraat was. En dus bedacht mijn vader iets waardoor hij toch toeren kon, maar niet met een vierwielige energieslurper. Het werd een Piaggio Si, een bromfiets die je destijds nog mocht typeren als een ‘damesbrommertje’.
Best stil eigenlijk, en ook wel robuust gebouwd door Italianen. Het verbruik was met 40 kilometer per liter aanzienlijk beter dan de Ford en later het VW-Golfje. De blauwe walm, die mij nog altijd terugvoert naar de zomervakanties, nam hij op de koop toe. Pa verkeerde in de veronderstelling dat het milieu beter af was en dat vond hij belangrijker dan het feit dat hij Hilversum 1 moest missen en dan nog wel met de onvervalste, doffe middengolf-kwaliteit.
Genieten
Mijn ouweheer is allang niet meer. Ironisch genoeg is hij in 1989 met zijn Piaggiootje gevallen onder de rook van het PSV Stadion. We denken dat hij toerend en wel een korte hartstilstand heeft gehad. Buiten bewustzijn verbleef hij in de goede handen van de mensen van het Catharinaziekenhuis om daarna door te toeren naar het tolpoortje van Petrus. Ik kan me nog herinneren hoe hij hoopte toegang te krijgen tot het hiernamaals. Het rijden daarboven zou nog veel aangenamer zijn: ‘In de hemel vervuilt vervoer niet.’ Geloof het of niet, maar als ik nu -bijna 30 jaar later- nog eens naar boven kijk, dan snort ie daar gewoon, met een enorme grijns en een Philips transistorradiootje op het stuur van zijn Piaggio maar zónder een blauwe 2-takt pluim.
Hemel op aarde
Ik kon destijds niet weten dat ik me zou verliezen in wat ik uiteindelijk ben gaan doen. Ik was voorbestemd het onderwijs in te gaan, doorliep de PaBo en studeerde onderwijskunde/opleidingskunde in Nijmegen. Werken ging best aardig tot ik mijn eigen ‘Piaggiootje’ tegenkwam. Het was een motorscooter die door de leverancier werd aangeprezen als oplossing voor steden met een verkeersinfarct. Als je de folder moest geloven, en dat deed ik, was dit voertuig de dapperste poging om de automobilist uit de auto te krijgen…
‘In’? Ja, want het halve autootje was voorzien van een rolkooi, gordels, ABS én een katalysator: BMW doopte het karretje ‘C1’. Eigenlijk was het een gemotoriseerde kooiconstructie met allerlei veiligheidsvoorzieningen en zonder helmplicht.
Katalysator
Zonder het volledig te beseffen was de eerste proefrit (bijna) hemels: uitlaatgas verliet nog steeds de roestvrijstalen uitlaat. Het weerhield me er niet van om het ding te kopen om vervolgens te ontdekken hoe het als een soort koekoeksjong mijn uitgestippelde leventje overhoop zou gooien. De scooter katalyseerde mijn complete leven: ik verliet het onderwijs en startte bijna 10 jaar geleden een piepklein eenmanszaakje voor onderhoud en reparatie van C1’s bij mensen aan huis. Met een businessmodel dat nog steeds aan alle kanten rammelt geniet ik er de hele werkdag met volle teugen van. Nou ja, de hele werkdag? Dat uitlaatje, dat zit me nog steeds dwars. Elektrisch rijden lijkt een stapje vooruit, al verplaats je daarmee het vervuilingsprobleem van de stad naar elders op deze hemelse aarde.
Eindje rijden 2.0
Het lelijke eendje van BMW, ik draai er niet omheen, wil ik al jaren ontdoen van het benzinegestookte motortje. Dat klusje kost me een uur, als alles meezit tenminste. In een enkel geval mopper ik en werp ik mijn blik naar boven. Dan duurt het gemiddeld vijf minuten langer en is de klus alsnog geklaard. Ik vraag me wel eens af op hoeveel voet die hemel van ons zich nou eigenlijk helemaal bevindt…
Rekenwerk
Met mijn smartphone in de hand, een soort middengolfversie in het moderne telefonie-landschap, zoek ik de onderdeeltjes bij elkaar: een elektromotor, los of in het wiel ingebakken, een controller (want je moet ook ‘gas’ kunnen geven), een convertor en nog wat spul. Het valt allemaal nogal mee qua prijs en aangezien alles uit het milieubewuste China komt, zit het met de ecologische voetafdruk vast wel goed.
De eerste 2.000 tot 3.000 euro zijn aangevinkt. Verdraaid, ik vergeet de accuutjes! Met een rekenmodelletje erbij blijk ik voor rond de 6.000 euro de accu’s ook te mogen aanschaffen. Verdraaid, dat accupakket alleen al kost wat in de jaren tachtig een vrijwel nieuwe Ford Escort kostte.
Ik heb het benzinemotortje er maar weer onder gesleuteld, want met drie opgroeiende tieners is de armoedegrens in elk gezin dichterbij dan je vaak aanneemt. Ik neem mij voor om het nu te laten bij het betoverende schijnsel van de elektrische belofte zoals het groene led-licht van pa’s Fordje. Destijds duurde het een jaar of acht totdat ik zelf rijden mocht, misschien kan ik in 2026 ook voor het eerst een eindje gevolteerd rijden in mijn hemels rijdende helm. Ik moet dan wel nog ledjes in het dashbordje steken, want in 2001 hield BMW het nog op kleine gloeilampjes. Soms gaat ontwikkeling met heel kleine stapjes.
Naschrift: ik hou mij voor tips en trucs aanbevolen. Er schijnt nogal was know how te zijn in Brainport op dit vlak, vandaar mijn oproepje.
Naschrift 2: in reactie op onderstaande vraag van Gerrit heb ik inmiddels het dashboard weten te vinden dat de Ford Escort had zoals wij die hadden. Er zaten twee ledjes, of althans iets wat er héél sterk op leek bovenin de kilometerteller die gingen oplichten als je een laag verbruik of juist een hoog verbruik realiseerde. De VW Golf, destijds dé grote concurrent naast de Opel Kadett natuurlijk had een hele batterij aan ledjes. Nu moet ik wel bekennen dat ik niet weet of het led-lampjes waren of leken want ik schroefde destijds nog niets open…
Mooi verhaal Bob en zo welluidend geschreven!
Ik blijf genieten van jouw stukjes Bob en ik hoop dat we ze nog lang en regelmatig mogen lezen.
De led werd in 1962 uitgevonden de toepassing was lange tijd beperkt tot signaal lampjes dat zal ook wel in de auto’s het geval zijn geweest. Ik heb de eerste proeven bij Philips Lighting marketing services nog net fotografisch meegemaakt waarbij de oranje/gele ledjes werden vergeleken met de gele SOX natrium verlichting. Vader Leenhouwers, wiens schrijftalent jij vast geërfd hebt, was er toen helaas niet meer bij. Dat was het begin van de led revolutie waarbij het kleur en kleurweergave aspect een grote rol speelde.
Die opbrandende kaars-wereldbol zat nog in onze photoexchange een kaartsysteem met 10 thumbnails per kaart die naar de landen werd gestuurd daarmee konden ze dan de foto’s nabestellen.. Nu gaat dat allemaal via fotodatabases online.
Ja ik herinner mij dat dashbord nog. Hij zat de gezinsauto, van mijn vader. Een vw. Pasaat. Zonder veiligheidsvoorzieningen (behalve gordels)
Woog nog geen 900 kg…. Met alle nieuwe zware auto,s zijn we toch geen goede weg ingeslagen. Zeker omdat er meestal maar een persoon in de auto zit.
Voor die eenling was/is de bmw c1 gemaakt!
Door jouw inspirerende verhaal droom ik nu van een elektrisch aangedreven door waterstof cellen gevoede zelfrijdende bmw c1.
Wat zou het toch mooi zijn als daar made in Eindhoven op staat geschreven…
Hallo John, jouw slotzin is natuurlijk briljant… ja, Made in Eindhoven zou fantastisch zijn. Waterstofcellen, dat is voor mij nog wel een bruggetje te ver, maar misschien dat er in het meelezende Brainport a wise guy zit….
Fantastisch verhaal!!! Heel leuk geschreven, iedereen van de 60 en 70’er jaren moet dit herkennen. Dank je.
W. Van den Broek.
Dankuwel voor uw reactie, het vreemde is dat pas wanneer het verhaal in wording is, de herinneringen scherper worden. Stiekem onthoudt ons brein ontzettend veel. De harde schijf de mens is een wonderlijk oplsagmedium en dat verrast me telkens weer, bijvoorbeeld als er een wat ouder liedje wordt gedraaid op de radio. Man, wat kunnen je hersenen dan toch razendsnel allerlei gegevens ophoesten..
Leuk (en goed) geschreven verhaal.
Ik ben iets meer over jouw achtergrond aan de weet gekomen.
Hadden ze rond 1980 al LED-verlichting?
Dankjewel Nanna!
Bob, ik stuur je mooie artikel door naar een aantal specialisten op het gebied van elektrisch vervoer. Want als jij zou moeten wachten tot 2026 zou dat wel diep bedroevend zijn. Overigens gaan de ontwikkelingen sneller dan we.denken en zijn er in de wereld steden waar je (van de een op andere dag) niet meer met je benzine aangedreven scooter oid in mag. Of zij een oplossing hebben om de bijzondere en niet meer in productie zijnde C1 te elektrificeren blijft afwachten natuurlijk.
Hallo Mark, het moge duidelijk zijn dat ik zelf nog terughoudend ben. Maar als er mensen zijn die kunnen meedenken, dan zou dat in alle opzichten fantastisch zijn. Bijna elke klant die woon-werkverkeer aflegt met zijn of haar C1, vraagt me naar de eventuele mogelijkheden. Een commerciële vetpot zal het niet worden, maar twee werelden zouden wel heel mooi bij elkaar komen…
Wat een prachtig verhaal!
Hallo Gerrit, dat is een heel goede vraag die ik dacht eventjes snel doch onderbouwd te beantwoorden. Ik moet er later op terugkomen want ik heb het bewijs nog niet sluitend gekregen. Groet, Bob
Fantastisch geschreven en brengt mij zelf weer terug denkend aan mijn vader !!! Ook altijd bezig met techniek en…fietsen als chef kwaliteitszorg bij Batavus . Mooie herinnering komen op …dank meneer Leenhouwers !!!
Dankjewel voor je reactie, Nico. Ik spreek je er vast nog over. Ik heb zelf ook op de opleidingsafdeling van NedCar in Born gewerkt en een productie-omveving is prachtig (en complex). Dat zal bij Batavus niet anders zijn.