Op DSE ook plaats voor klassiek

Graag wil ik jullie kennis laten maken met één van mijn favoriete liederen qua zang en tekst: Schiffers Scheidelied, het Afscheidslied van de schipper, gezongen door een Schubertvertolker bij uitstek, Dietrich Fischer-Dieskau.

Met hulp van de homepage redactie is het gelukt om mijn vertaling naast de originele tekst te zetten. Mooi dat er hier naast pop ook plaats is voor klassieke muziek en dichters. Zie ook: dse.nl/een-dse-er-in-podium-witteman/

Schiffers ScheideliedAfscheidslied van de schipper
Die Wogen am Gestade schwellen,De golven aan de oever zwellen,
  Es klatscht der Wind das Segeltuch,De wind gaat in het zeil tekeer
Und murmelt in den weißen Wellen;En is met ’t witte schuim aan ’t rellen;
  Ich höre seinen wilden Spruch:Ik hoor zijn wild gelamenteer.
Er ruft mich fort, es winkt mir der Kahn,Het roept mij weg, mij wenkt de schuit,
Vor Ungeduld schaukelnd, auf weite Bahn.Van ongeduld schomm’lend, het zeegat uit.
Dort streckt sie sich in öder Ferne,De zee strekt zich naar ijle verten,
  Du kannst nicht mit, siehst du, mein Kind.Je kunt niet mee, snap je, mijn kind:
Wie leicht versinken meine Sterne,Hoe gauw verzinkt soms mijn gesternte,
  Wie leicht erwächst zum Sturm der Wind,Hoe licht groeit uit tot storm de wind!
Dann droht in tausend Gestalten der Tod,Dan dreigt in duizend gedaanten de dood,
Wie trotzt ich ihm, wüßt ich dich in Noth?Hoe temd’ ik hem, wist ik jou in nood?
O löse deiner Arme SchlingeO, blijf niet langer mij omstreng’len
  Und löse auch von mir dein Herz;En denk voortaan aan mij niet meer!
Weiß ich es denn, ob ich’s vollbringeWeet ik het soms: zal ik ’t volbrengen
  Und siegreich kehre heimathwärts?En keer ik straks als winnaar weer?
Die Welle, die jetzt so lockend singt,Het water dat nu zo lokkend zingt,
Vielleicht ist’s dieselbe, die mich verschlingt.Misschien is ’t hetzelfde dat mij verslindt.
Noch ist’s in deine Hand gegeben,Nog is ’t je in de hand gegeven,
  Noch gingst du nichts unlösbar ein,Nog ging je niets voor altijd aan.
O trenne schnell dein junges LebenO scheid toch vlug je jonge leven
  Von meinem ungewissen Seyn.Van mijn zo ongewis bestaan.
O wolle, wolle, bevor du mußt,O ga toch, o ga toch, is mijn advies:
Entsagung ist leichter als Verlust!Ontzegging is lichter dan verlies.
Und laß mich im Bewußtseyn steuern,O, laat mij denken bij het sturen
  Daß ich allein auf Erden bin,Dat ik alleen op aarde ben,
Dann beugt sich vor dem Ungeheuern,Dan buig ik niet voor het ongure,
  Vorm Unerhörten nicht mein Sinn.Voor ’t monster dat ik nauw’lijks ken.
Ich treibe mit dem Entsetzen SpielIk speel een spel met heel groot gevaar,
Und stehe plötzlich vielleicht am Ziel.En plots misschien is mijn einde daar.
Denn hoch auf meiner Maste SpitzenWant op mijn mast, hoog op de spitsen,
  Wird stets dein Bild begeisternd stehn,Zal steeds jouw beeld bezielend staan,
Und, angeflammet von den Blitzen,En, aangelicht door bliksemflitsen,
  Mit seinem Glanz den Muth erhöhn;Mij moed geven om door te gaan.
Und hausen die Winde auch noch so bang,Het angstaanjagende windgeraas
Sie übertäuben nicht deiner Stimme Klang.Dat wordt nooit de klank van jouw stem de baas.
Und kann ich dich nur sehn und hören,En kan ik jou slechts zien en horen,
  So hat’s mit mir noch keine Noth,Dan is voor mij er nog geen nood;
Das Leben will ich nicht entbehren,Het leven heb ik trouw gezworen
  Und kämpfen werd ich mit dem Tod.En vechten wil ik met de dood;
Wie würde mir je eine Welt zur Last,Hoe werd ik ooit toch een wereld zat,
Die Engel so schön wie dich umfaßt?Die eng’len zo mooi als jij bevat?
Auch du sollst nicht mein Bild zerschlagen,Ook jij moet niet mijn beeld vernielen,
  Mit Freundschaftsthränen weih es ein,Maar plaats het in een tranenschrijn!
Es soll in Schmerz- und FreudetagenHet moet j’ in smart en vreugd bezielen,
  Dein Trost und dein Vertrauter seyn.Je troost en je vertrouw’ling zijn.
Ja bleibe, wenn mich auch alles verließ,Ja, blijf toch, ook als mij alles verlaat,
Mein Freund im heimischen Paradies.Mijn vriend, mijn wachtende kameraad.
Und spült dann auch die falsche WelleEn spoelt dan soms de valse branding
  Mich todt zurück zum Blumenstrand,Mij dood terug op ’t bloemenstrand,
So weiß ich doch an lieber StelleDan weet ik na die laatste landing
  Noch eine, eine treue Hand,Die ene, ene trouwe hand,
Der weder Verachtung noch Schmerz es wehrt,Die noch door verachting, noch smart verzaakt,
Daß sie meinen Resten ein Grab bescheert.Dat zij voor mijn resten een graf opmaakt

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *