Prioriteit 1 voor gemeenteraden: welzijn van de bewoners
Hoe vergroot je de kans dat je 100 wordt. Bekijk deze TED presentatie om daar een idee van te krijgen.
Ook zeer geschikt voor gemeenteraadsleden en voor mensen die gemeenteraden kiezen. Het welzijn van de burger is afhankelijk van een boel factoren, die door onze overheid beïnvloed worden, waaronder fijnstof.
Het kost een kwartiertje maar ik garandeer je dat die goed besteed zijn. Als je erg veel haast hebt start dan in de buurt van 6:40.
Dit is zeer de moeite waard helaas is het verstaan en begrijpen voor mensen met een gehoor probleem lastig en ook voor diegene die het Engels minder goed machtig zijn. Daarom heb ik gezocht naar een schriftelijke vertaling. Heerlijk hoe internet ons daarbij ondersteunt, toch? 🙂 Bedankt vertalers!
Translated by Desiree Kramer
Reviewed by Peter Van de Ven
Dit is een intrigerend feit. In de ontwikkelde wereld leven vrouwen overal gemiddeld zes tot acht jaar langer dan mannen. Zes tot acht jaar langer. Dat is een behoorlijk gat. In 2015 publiceerde ‘de Lancet’ een artikel dat liet zien dat mannen in rijke landen twee keer zoveel kans hebben om dood te gaan dan vrouwen, op elke leeftijd.
Maar er is één plek op de wereld waar mannen net zo lang leven als vrouwen. Het is een afgelegen, bergachtig gebied, een Blauwe Zone, waar hoge ouderdom normaal is voor beide geslachten. Dit is de Blauwe Zone in Sardinië, een Italiaans eiland in de Middellandse Zee tussen Corsica en Tunesië, waar zes keer zoveel honderdjarigen leven als op het Italiaanse vasteland, minder dan 350 km daarvandaan. Er zijn tien keer zoveel honderdjarigen als in Noord-Amerika. De enige plek waar mannen net zo lang leven als vrouwen.
Maar waarom dan? Mijn nieuwsgierigheid was opgewekt. Ik besloot om de feiten en gewoonten van deze plek te onderzoeken en ik begon met een genetisch profiel. Ik ontdekte al snel dat genen maar 25 procent van hun ouderdom verklaren. De overige 75 procent is lifestyle.
Wat moet je ervoor doen om 100 of ouder te worden? Wat doen zij goed? Dit is een luchtfoto van Villagrande. Het is een dorpje in het epicentrum van de Blauwe Zone. Daar ging ik mijn onderzoek doen en zoals je kunt zien blinkt het niet uit in architectonische schoonheid, maar wel in dichtheid: huizen vlak naast elkaar gebouwd, vele nauwe steegjes en straten. Dit betekent dat de levens van de dorpelingen constant verweven zijn. Toen ik door het dorp liep, voelde ik honderden ogen op mij gericht vanachter de deuren en gordijnen, vanachter de luxaflex. Want zoals alle oude dorpjes had Villagrande het niet overleefd zonder deze structuur, zonder haar muren, zonder haar kathedraal, zonder haar dorpsplein, want verdediging en sociale cohesie definieerden het ontwerp.
Stedelijke prioriteiten veranderden tijdens de industriële revolutie, want risico op besmettelijke ziekten was aan de orde van de dag. Hoe is dat nu? Vandaag de dag is sociale isolatie hét volksgezondheidsrisico. Op dit moment zegt een derde van de bevolking dat ze op twee of minder mensen kunnen rekenen.
Laten we nu eens naar Villagrande gaan om wat honderdjarigen te ontmoeten.
Dit is Giuseppe Murinu, 102 jaar oud. Hij woont zijn hele leven al in Villagrande. Het was een gezellige man. Hij hield ervan om verhalen te vertellen, zoals dat hij als een vogel leefde en gedurende twee wereldoorlogen at van wat hij op de bosgrond kon vinden, hoe hij en zijn vrouw, die ook de 100 gepasseerd is, zes kinderen opvoedden in een kleine huiselijke keuken waar ik hem interviewde. Hier is hij met zijn zoons Angelo en Domenico. Ze zijn beide in de 70 en zorgen voor hun vader en ze waren nogal argwanend tegenover mij en mijn dochter, die me vergezelde op mijn onderzoeksreis. Want de keerzijde van sociale cohesie is behoedzaamheid tegenover vreemdelingen en buitenstaanders. Maar Giuseppe vond het helemaal niet verdacht. Hij was een zorgeloze man, heel open en optimistisch. En ik dacht: word je op deze manier ouder dan 100? Door positief te denken? Dus niet.
(Gelach)
Dit is Giovanni Corrias, hij is 101 en de chagrijnigste man die ik ooit ontmoet heb.
(Gelach)
Door hem beseften we dat je niet positief hoeft te zijn om oud te worden. En daar is bewijs voor. Toen ik hem vroeg hoe het kwam dat hij zo oud was, keek hij me aan vanonder zijn hangende oogleden en snauwde: “Niemand hoeft mijn geheim te weten.”
(Gelach)
Maar ondanks dat hij een zuurpruim was, noemde zijn nichtje, die bij hem woonde en voor hem zorgde, hem ‘Il Tesoro’, mijn schat. Zij respecteerde hem en hield van hem en ze zei, toen ik haar vroeg over het duidelijke verlies van haar vrijheid: “Je begrijpt het echt niet, hè? Het is me een genoegen om voor deze man te zorgen. Ik voel me vereerd. Dit is mijn erfenis.” En inderdaad, elke keer als ik bij een honderdjarige kwam, kwam ik in de keuken terecht. Dit is Giovanni met zijn twee nichtjes. Maria boven hem en naast hem zijn achternicht Sara, die verse groente en fruit kwam brengen toen ik daar was. Door daar te zijn kwam ik er al snel achter dat als mensen in de Blauwe Zone ouder worden, en feitelijk gedurende hun hele leven, ze altijd omgeven zijn door familie en vrienden, door buren, de pastoor, de barman, de kruidenier. Er zijn altijd mensen of ze komen even langs. Ze worden nooit aan hun lot overgelaten. Dat geldt niet voor de rest van de ontwikkelde wereld, of zoals George Buns grapte: “Geluk heeft een grote, liefdevolle, zorgzame familie in een andere stad.”
(Gelach)
Tot nu toe zagen we alleen mannen, oude mannen, maar ik ontmoette ook vrouwen. Hier zien jullie Zia Teresa. Ze is over de 100 en leerde mij een lokale specialiteit te bereiden. Het heet ‘culurgiones’, het zijn grote gevulde pastakussentjes, net zoiets als ravioli maar dan zo groot en ze zijn gevuld met vette ricotta en mint en doorweekt in tomatensaus. Ze liet me zien hoe ik ze precies moest dichtvouwen zodat ze niet open zouden gaan en ze maakt ze elke zondag met haar dochters en deelt ze per dozijn uit aan buren en vrienden. En zo ontdekte ik dat een mager en glutenvrij dieet niet belangrijk is om 100 te worden in de Blauwe Zone. (Gelach)
(Applaus)
Door de verhalen van de honderdjarigen en de wetenschap die dit onderbouwt, begon ik mezelf ook vragen te stellen als: wanneer zal ik doodgaan en hoe kan ik die dag uitstellen? En zoals je ziet, is het antwoord anders dan we verwachten. Julianne Holt-Lunstad is een onderzoeker aan de Brigham Young Universiteit en zij richtte zich op deze vraag in een aantal onderzoeken van tienduizenden mensen van middelbare leeftijd, zoiets als het publiek hier. Ze bekeek alle aspecten van hun lifestyle: hun dieet, hun lichaamsbeweging, hun burgerlijke staat, hoe vaak ze naar de dokter gingen, of ze rookten, dronken enzovoort. Ze heeft al deze dingen erin opgenomen en toen wachtte ze zeven jaar heel geduldig met haar collega’s om te zien wie er nog zou ademen. En van de overgebleven mensen: wat verminderde hun kans op doodgaan het meest? Dat was haar vraag.
Laten we nu eens kijken naar de gegevens in het overzicht. We gaan van de minst krachtige voorspeller naar de meest krachtige. Oké? Schone lucht, dat is mooi, maar het voorspelt niet hoe lang je leeft. Of je je hoge bloeddruk behandelt is goed maar geen krachtige voorspeller. Of je nu slank bent of dik, je hoeft je niet meer schuldig te voelen want het staat maar op de derde plek. Hoeveel je beweegt is de volgende, nog steeds maar een middelmatige voorspeller. Of je hartstoornissen hebt gehad en je aan het revalideren bent en beweegt, nu gaat het iets omhoog. Of je een griepprik hebt gehad. Wist iemand hier dat een griepprik je beter beschermt dan lichaamsbeweging? Of je alcohol dronk en gestopt bent, of dat je een matige drinker bent, of je niet rookt, of dat wel deed maar ermee gestopt bent, en nu komen we bij de grootste voorspellers. Dat zijn twee kenmerken van je sociale leven. Ten eerste je hechte relaties. Dat zijn de mensen op wie je kunt rekenen voor een lening als je plotseling geld nodig hebt, die de dokter bellen als je je niet lekker voelt of die je naar het ziekenhuis brengen. Of die naar je toe komen als er iets ergs is gebeurd of als je ten einde raad bent. Die mensen, dat kleine belangrijke groepje mensen, als je die hebt, is dat een sterke voorspeller van hoe lang je zal leven. Er was nog iets dat me verraste, iets dat ze sociale integratie noemen. Het betekent hoe vaak je met mensen praat gedurende de dag. Met hoeveel mensen praat je? Dit zijn de mensen met wie je ofwel een sterke band hebt ofwel een zwakke. Dus niet alleen de mensen met wie je heel hecht bent en veel voor je betekenen, maar praat je ook met die jongen die elke ochtend je koffie maakt? Maak je een praatje met de postbode? Zeg je iets tegen de vrouw die elke dag met haar hond voorbij je huis loopt? Speel je brigde of poker, of ben je lid van een leesclub? Die interacties zijn een van de sterkste voorspellers van hoe lang je leeft.
Dit leidt ons tot de volgende vraag: als we nu meer tijd online besteden dan aan welke activiteit dan ook, inclusief slapen, we zitten nu op 11 uur per dag, een uur langer dan vorig jaar trouwens. Maakt dat verschil? Waarom maken we onderscheid tussen persoonlijke interacties en interacties via sociale media? Is dat hetzelfde als ‘er zijn’, als je bijvoorbeeld altijd berichtjes stuurt aan je kinderen? Het korte antwoord hierop is nee, het is niet hetzelfde. Bij face to face contact komt er een waterval aan neurotransmitters vrij en net zoals bij een vaccin beschermen ze je nu in het heden tot in de verre toekomst. Dus eenvoudig oogcontact met iemand maken, een hand geven, iemand een high five geven is genoeg om oxytocine vrij te laten komen wat je vertrouwensniveau verhoogt en je cortisoneniveau verlaagt. Dus werkt het stressverlagend. Er wordt dopamine gegenereerd dat ons een beetje high maakt en pijn laat verdwijnen. Het werkt als een natuurlijke morfine.
We zijn ons er alleen niet van bewust dat dat gebeurt. Daarom verwarren we online activiteit met de realiteit. Maar we hebben nu nieuw bewijsmateriaal dat er wel degelijk verschil bestaat. We gaan nu naar de neurowetenschappen. Elizabeth Redcay, een neurowetenschapper aan de universiteit van Maryland, probeerde het verschil in kaart te brengen van wat er in ons brein gebeurt tijdens een persoonlijke interactie versus iets statisch bekijken. Ze vergeleek de functie van het brein van twee groepen mensen: een groep die live met haar of met een van haar medewerkers communiceerde in een dynamische conversatie, en ze vergeleek die met de hersenactiviteit van mensen die haar zagen praten over hetzelfde onderwerp, maar in een video zoals op YouTube. En als je toevallig wil weten hoe ze twee mensen tegelijk in een MRI scanner kreeg, moet je het me straks vragen.
Wat is nu het verschil? Dit is je brein bij echte sociale interactie. Wat je ziet is het verschil in hersenactiviteit tussen persoonlijke interactie en het opnemen van statische inhoud. De oranje gebieden zijn de hersengebieden die geassocieerd zijn met oplettendheid, sociale intelligentie — dat betekent anticiperen op wat iemand anders denkt, voelt en plant — en emotionele beloning. En deze gebieden werken veel intensiever als we contact hebben met een live partner.
Deze rijkere hersenactiviteit zou kunnen verklaren waarom recruiters van Fortune 500 bedrijven die kandidaten evalueren, dachten dat kandidaten slimmer waren toen ze hun stemmen hoorden, vergeleken met toen ze alleen hun pitches in een tekst lazen, of in een email of in een brief. Onze stemmen en lichaamstaal brengen een sterk signaal over. Het laat zien dat we denken, voelen, bewuste mensen zijn die veel meer zijn dan een algoritme. Dit onderzoek door Nicholas Epley aan de universiteit van Chicago Business School is nogal verbazingwekkend door één simpel feit. Als iemand je stem hoort, denkt hij dat je slimmer bent. Ik bedoel, dat is nogal simpel.
Nu gaan we terug naar het begin. Waarom leven vrouwen langer dan mannen? Eén belangrijke reden is dat vrouwen waarschijnlijk hogere prioriteit geven aan relaties in levenden lijve en die gedurende hun leven ook in stand houden. Nieuw bewijs toont aan dat deze persoonlijke vriendschappen een biologisch schild vormen tegen ziekten en achteruitgang. En dat geldt niet alleen voor mensen maar ook voor primaatrelaties waartoe mensen en apen gerekend worden. Antropoloog Joan Silks werk laat zien dat vrouwelijke bavianen die een kern van vrouwelijke vrienden hebben minder stress ervaren volgens hun cortisolniveau, ze leven langer en ze hebben meer overlevende nakomelingen. Op z’n minst drie stabiele relaties. Dat was het magische getal. Denk daar eens over na. Ik hoop dat jullie er drie hebben.
De kracht van zulk persoonlijk contact is echt de reden waarom dementie het minst voorkomt bij mensen die sociaal actief zijn. Waarom vrouwen met borstkanker vier keer zoveel kans hebben om hun ziekte te overleven dan mensen die alleen zijn. Waarom mannen die een beroerte hebben gehad en regelmatig poker spelen of samen koffie drinken of hockey voor ouderen spelen — ik ben tenslotte Canadese —
(Gelach)
beter beschermd worden door dat sociale contact dan door medicatie. Waarom mannen die een beroerte hebben gehad en regelmatig samen zijn — dit is een krachtig iets dat ze kunnen doen. Persoonlijk contact heeft enorme voordelen, toch zegt een vierde van de bevolking dat ze niemand hebben om mee te praten.
Daar kunnen we iets aan doen. Net zoals bij de Sardijnse dorpelingen is het een biologische noodzaak om te weten dat we ergens bij horen en niet alleen voor de vrouwen onder ons. Zorgen voor persoonlijke interactie in onze steden, op onze werkplek, in onze agenda’s ondersteunt het immuunsysteem, laat feel-goodhormonen door ons bloed en hersenen stromen en zorgt ervoor dat we ouder worden. Ik noem dit een dorp bouwen, het bouwen en het bijhouden is een kwestie van leven en dood. Dank jullie wel.
(Applaus)
Helen Walters: Wacht even, Susan. Ik wil je nog iets vragen. Ik vroeg me af of er een middenweg is. Je hebt het over de neurotransmitters bij persoonlijk contact, hoe zit dat met digitale technologie? We zien enorme verbeteringen in de digitale technologie zoals FaceTime. Werkt dat ook? Mijn neefje bijvoorbeeld speelt Minecraft en hij schreeuwt tegen zijn vriendjes. Het lijkt alsof hij echt contact met ze heeft. Is dat soort contact ook goed?
Susan Pinker: Sommige data zijn net nieuw. De data zijn pas uit, de digitale revolutie was er opeens en de gezondheidsgegevens lopen achter. We weten dit net, maar ik zou zeggen dat we dingen kunnen verbeteren in de technologie. De camera van je laptop bevindt zich bijvoorbeeld bovenaan, als je in het scherm kijkt maak je eigenlijk geen oogcontact. Dus iets simpels als in de camera kijken kan die neurotransmitters verhogen, of de positie van de camera zou aangepast kunnen worden. Het is niet hetzelfde maar we kunnen dichterbij komen met de technologie.
HW: Fantastisch. Heel erg bedankt.
SP: Dank je wel.
(Applaus)