Smog… of de waas van Winy
In het Eindhovens Dagblad was op 15 augustus jl. te lezen dat de gemeente Eindhoven serieus gaat onderzoeken of de Catharinakerk ‘opgetild’ kan worden. Onder de titel ‘Eerste studie naar optillen Catharinakerk in Eindhoven brengt bouwauteur Michel Theeuwen verslag uit van een rondgang langs belanghebbenden en politici. Het stuk bracht op de facebookpagina van het ED een stroom van veelal afwijzende reacties op gang.
De lokale krant publiceerde twee dagen later een uitvoeriger reactieverzameling met o.a. die van de Henri van Abbestichting en ook die van EHVXL. De eerste zoals verwacht terughoudend, de laatste positief. Maar ook dat mag geen verrassing heten.
Iconisch erfgoed
Onder het motto: ‘Het enige dat beter is dan erfgoed, is iconisch erfgoed.’ kan het haast niet anders dan dat de Catharinakerk de lucht in moet. Niet alleen binnenstadsontwikkelaar Winy Maas vindt hoogte een cruciaal kenmerk van iconen. Architectonisch gezien is hoogte altijd een onderscheidende factor, althans zolang het nog niet mudvol staat met hoge woontorens en andersoortige hoge gebouwen. Bovendien biedt een gebouw met een grotere hoogte ook meer uitdaging en mogelijkheden voor de ontwikkelaars en bouwkundig tekenaars. Ik snap die hang naar hoogte: een torentje tekenen is gewoon ‘kickuh’. En een hoge woontoren bouwen onder een bestaand stadspareltje, dát is voor de liefhebbers van hoogbouw natuurlijk helemaal hemels.
Operation Bodyguard
Toen ik het eerste stuk op 15 augustus las moest ik denken aan een operatie van de geallieerden die vooraf ging aan de landing op de Normandische kust in de zomer van 1944. Deze operatie ‘Bodyguard’ diende één cruciaal doel: misleiding. Door opblaasbare tanks, nepvliegtuigen en troepenconcentraties noordelijker in Engeland te groeperen dachten de Duitsers dat het tweede front bij Calais te verwachten was en misschien zelfs in Noorwegen. De Duitse militaire top werd door de misleidende informatie op het verkeerde been gezet waarop de grootste verdedigende troepenmacht verkeerd werd gelokaliseerd. Die strategische fout kostte veldmaarschalk Rommel zelfs het leven door gedwongen zelfmoord.
‘Wat heeft Operatie Bodyguard te maken met de plotse aandacht voor het enten van een kerk in het Eindhovense stadshart?’, hoor ik u denken. Ten eerste landt aanvang september een nieuwe versie van de hoogbouw- en/of verdichtingsvisie van de Gemeente Eindhoven. Daarin zullen de megalomane en kostbare plannen namens wethouder Torunoglu verder uitgewerkt zijn, maar met een beetje mazzel is de Eindhovense burger dan nog volop bezig met een toekomstige hoogtemis in een kerk die geen gebedshuis meer is.
Een tweede aspect was het financiële. Anders dan in het Eindhoven van nu, waar alle potjes keurig op niveau zijn, kwam in Engeland steeds duidelijker een bodem in beeld. Oorlog voeren kost nu eenmaal veel geld. Nu wil ik niet beweren dat onze stad een geldprobleem heeft, maar het beheer van onze financiën is nu ook weer niet wat je zegt een kassucces. Met name grote infrastructurele projecten slaan telkens weer een gat in de begroting. En laat nou net dat aspect nauw samenhangen met de groteske stadsontwikkeling die Winy Maas en zijn opdrachtgevers voorstaan.
Waas
Er was nog een aspect waardoor ik aan oorlogshandelingen dacht: de strategische inzet van een rookgordijn. Een ondoorzichtige sluier onttrekt bewegingen, bijvoorbeeld van een grote oorlogsbodem op volle zee uit het zicht van de vijand. Ik moest eraan denken toen ik met een echte Eindhovense sprak over de vervuilde lucht in Eindhoven. Zij bleek flink last te hebben gehad van haar luchtwegen gedurende de hete periode waarvan we nu het staartje beleven. De vraag is of er behalve een vorm van smog, die ook nu al heerlijk blijft hangen tussen de gebouwen, niet ook sprake is van een waas: de waas van Winy. Op de één of andere manier lijkt zelfs wethouder Torunoglu bedwelmd door de betoverende woorden van de mede door hem ingehuurde hoogbouwpriester.
Waarom juist níet de hoogte in
In eerdere stukken heb ik al aangegeven waarom ik de Eindhovense binnenstad zo graag wat lager bij de grond wil houden. De afwezigheid van kolossale torenflats, hoe mooi ze er op tekeningen ook uit zien, geeft zicht op de lucht en een gevoel van ruimte. Dat gevoel van ruimte maakt de Eindhovense binnenstad uniek en wat doen wij? We proppen het vol. De huidige wethouder voor wonen, maar hij zeker niet alleen, legt ons lot in de handen van hoogbouwvisionairs en ontwikkelaars die de burgers van Eindhoven een calimerogevoel willen aanpraten. En dat alles omdat we onvoldoende in het oog springende luchtvervuilers hebben. Alsof ons stadshart leefbaarder wordt als we de onpersoonlijke hoogte in bouwen. Waar is de échte Eindhovense creativiteit, het design waar we zo trots op zijn? Is er dan niks anders te bedenken dan wat op 80 andere plekken in Nederland óók wordt gedaan?
Bovendien zijn flats voor veel woningzoekers als het zeewater voor een uitgedroogde drenkeling: het ziet eruit als een woning, het wordt gepresenteerd als een woning maar je wil er pas wonen als je geen andere kans meer hebt. Aan de eisen van velen wordt met een appartementencomplex, hoe gaaf gebouwd ook, niet voldaan.
Ook de kosten torenhoog
In het kader van het kostenplaatje moet ik inzake dit dossier steeds denken aan de voormalig verantwoordelijken van het Nationaal Rampenfonds. Dat fonds is uiteindelijk opgedroogd door eindeloze investeringen in een veelbelovend project, de Parabrella, dat ons land veertig jaar geleden voor overstromingen en droogte zou behouden. Een project dat ondanks de iconische omvang betaalbaar leek, maar het niet was. Dat werd alleen pas achteraf duidelijk, toen het vermogen van het fonds echode in de kist. De Winy Maas van dienst? De Amerikaan Hans Andersen.
De verantwoordelijken, waaronder ir. P.B. Galesloot, moesten zich verantwoorden waarbij veelvuldig werd gesteld dat iets ‘voor of na mijn tijd’ moest hebben plaatsgevonden. Een iconische uitspraak die nog steeds veelvuldig wordt gebezigd (maar dat is wel bij meer uitspraken van Van Kooten en De Bie het geval*).
Wij, burgers van onze eigen stad, kijken nu naar aflevering 2: The Parabrella strikes again. En de vraag is of de te hooggegrepen architectonische woontorenwensen in de toekomst niet het faillissement van de Eindhovense (binnen)stad gaat betekenen. Zeker is wel, dat voor de grootste groep actuele én toekomstige woningzoekende Eindhovenaren de iconische hoge torentjes een onbetaalbaar adres zullen blijken. Maar ja, wij hebben het te druk gehad met een kerk op hoge pootjes…
* de Parabrella, de politici en het Nationaal Rampenfonds maakten deel uit van de Van Kooten en De Bie-productie ‘Draaikonten’. Centraal stond een onderzoeksenquête die als hoorspel terug te lezen was op langspeelplaat en nu ook via youtube. Zelf luisteren: