Weerhistorie: Zon in Eindhoven.
In mijn jaaroverzicht, zie: “Het jaar 2018 in de regio Eindhoven” heb ik het even over het aantal zonuren gehad.
Ik citeer:
“In het jaaroverzicht 2018 is opnieuw te zien dat het aantal zonuren sterk oploopt.
Deze trend zie ik al enkele jaren. Het heeft niets te maken met een opwarmend klimaat maar zal waarschijnlijk een gevolg zijn van een verandering in de overwegende windrichting en dus van een andere koers van depressies. Ook de vermindering van luchtvervuiling kan hierin een rol spelen.”
Ik ben daar toen verder niet op ingegaan en heb alleen een voorbeeld gegeven.
Nu zal ik me er minder snel van afmaken en zal de toename van het aantal zonuren wat nader omschrijven en kwantificeren.
Sinds 1901 meet het KNMI dagelijks het aantal zonuren. Voor de regio Eindhoven is dat helaas slechts het geval sinds 1 januari 1978. Dat is dus maximaal 41 jaar aan zon-gegevens. Dat is in de wereld van weerstatistieken niet erg veel maar toch wel genoeg om er enkele conclusies uit te halen.
Op jaarniveau is 2003 het jaar met de meeste zonuren. Vooral de maanden februari, maart, juni en september waren toen extreem zonnig.
Tot 1992 werd gemeten met een Cambell Stokes zonneschijnmeter en de jaren daarna werd elektronisch gemeten met een Pyranometer. M.b.v. de juiste sensoren wordt zo de globale straling gemeten.
De globale straling is de som van de directe straling van de zon en de diffuse straling afkomstig van weerkaatsing van o.a. de wolken. Uit de globale straling worden de zonuren berekend.
Van 1992 tot 2006 werd met beide systemen gemeten om een goed vergelijk mogelijk te maken.
Conclusie:
Het aantal gemeten zonuren neemt sinds het begin van de Eindhovense metingen (1978) almaar toe.
Hoe dat komt is voor een amateur weerliefhebber niet te bepalen.
Het kan te maken hebben met het schoner zijn van de lucht, dus minder stof, zand, vulkaanstof en/of absorberende gassen in de lucht. Verder zou het best wel eens iets te maken kunnen hebben met de twee belangrijkste cycli van zonneactiviteit. (11 jarige zonnevlekken cyclus en de 80 jarige zonnecyclus) Wie het weet mag het zeggen.
Uiteraard is de aanwezigheid van wolken de aller belangrijkste factor.
Als de aan- en afwezigheid van wolken aan het veranderen is dan komt dat waarschijnlijk door een verandering in de meest voorkomende windrichting en dat komt dan waarschijnlijk weer door een verandering in de luchtdruk verdeling.
Sinds enige tijd noteer ik de “vectorgemiddelde windrichting” maar tot de dag van vandaag kan ik daar niets uithalen.
In bovenstaande grafiek is heel duidelijk de toename in zonneschijn voor de jaren 1978-2018 te zien. Te zien is ook dat 2003 “kampioen” zonuren is.
2018 was in onze regio ook een zonnig jaar. Het komt na 2003 op de tweede plaats in de rangorde van zonnige jaren.
Blijft het feit dat de hoeveelheid zonneschijn toeneemt.
In de eerste dagen van het nieuwe jaar is dat duidelijk niet het geval. We zitten in een extreem donkere en natte periode. In de eerste 12 dagen van januari 2019 heb ik slechts ca. 10 uur zon kunnen noteren!
In 2018 waren vooral de maanden februari, mei en juli flink zonnig. Ik laat dan in onderstaande plaatje zien.
Op de hoofdpagina van deze site heb ik een plaatje van een werkende Cambell Stokes zonneschijnmeter gezet. Ik kwam deze meter tegen op La Gomera. Er wordt daar klaarblijkelijk nog steeds met deze “oude” meter gemeten.
De meter is in feite niet meer dan een glazen bol.
Door de lenswerking ontstaat een brandpunt waar onderdoor een papierstrook wordt getrokken.
Het brandspoor op deze papierstrook geeft aan wanneer en hoelang de zon heeft geschenen.
Gerrit