Wethouder Schreurs legt het uit

Eerder verscheen op Digitale Stad Eindhoven al een artikel van Rien Valk op basis van de recente uitzending van Buitenhof. Afgelopen zondag kreeg Mary Ann Schreurs de gelegenheid haar licht te laten schijnen op de toekomstige (slimme) stad. Een aantal thema’s kwamen aan bod en ik merkte dat ik al snel het spoor bijster raakte. Het meest waardevolle kwam aan het einde van het gesprek over wonen en Smart Cities: een waarschuwing van Cody Hochstenbach, sociaal geograaf.

Hochstenbach: “Wat een groot risico is, is eigenlijk dat die smart cities, dat we niet weten wat zij willen gaan doen in de toekomst en dat fundamentele vragen als: ‘Van wie is de stad? Voor wie is de stad? En wie heeft eigenlijk zeggenschap over de ontwikkelingsrichting van die stad?’, dat we allemaal zeggen: ‘Nou, laat dat nou maar over aan de technologiebedrijven over want die kunnen dat allemaal zo goed.’ Dat is een groot risico. Het staat allemaal nog in de kinderschoenen, dus zover zijn we nog niet maar het is wel een belangrijke waarschuwing volgens mij om daar rekening mee te houden.”

Hieronder volgen een achttal thema’s waarover wethouder Schreurs zich uitliet. Om de samenhang in het relaas geen geweld aan te doen heb ik getracht de tekst integraal op te nemen. Het is voor mij een raadsel waar de burgerbelangen in het verhaal van mevrouw Schreurs voorkomen. Evenmin bespeur ik aandacht voor de factor ‘privacy’ ten aanzien van de burger in relatie tot de overheid. Misschien vindt u wél aanwijzingen waaruit blijkt dat inwoners nog meetellen in de door de triple helix gedreven stad. Reageert u dan vooral onderaan deze bijdrage.

Wethouders Schreurs in Buitenhof

Thema 1: Is er in Eindhoven een dreigend woningtekort voor het middensegment (modaal inkomen)?

“Nee, want wij kunnen… de stad staat heel veel verdichting toe, dus we kunnen ervoor zorgen dat in de nieuwe plannen, waar je altijd een bestemmingsplanwijziging voor nodig hebt, dat je met elkaar ook de plannen maakt die ook toestaan dat de mensen die niet de sociale huur kunnen hebben maar dat andere stuk nodig hebben dat dat ook mee geregeld wordt.”

Concretiserende opmerking: ‘Maar u heeft wel een enorme krapte in Eindhoven…’

“Nou dat valt relatief mee. Uiteindelijk heb je ook gewoon de snelheid waarmee je dingen kunt realiseren, en bestemmingsplanwijzigingen dat helpt niet, maar wat we nu zien is dat eigenlijk in alle plannen er genoeg ruimte zit om allerlei dingen te realiseren. Waar het echte probleem inzit is dat binnen stedelijke verdichting dat wordt ons nog wel toegestaan…”

Concretiserende vraag: ‘Maar wat bedoelt u precies met verdichting, gewoon meer huizen per vierkante kilometer bouwen?’

“Als je kijkt Eindhoven is redelijk opgezet na de herindeling als een autostad dus er is erg veel ruimte om programma toe te voegen en je hebt allerlei plekken in de stad waar je dat ook graag wil doen. Langs het kanaal daar staan allemaal oude fabrieken die verlaten worden, nou daar heb je de ruimte om nieuw programma te realiseren. Er zijn nu prachtige bouwplannen bij het station. Nou, hoe fijn wil je het hebben in het kader van de nieuwe mobiliteit, dus we hebben letterlijk de ruimte om het met elkaar te realiseren en daardoor hebben we ook letterlijk de ruimte om aan de voorkant met elkaar te zorgen dat het niet exclusief wordt maar dat het gewoon inclusief wordt: een stad blijft voor iedereen.”

Concretiserende vraag: Wat bedoelt u precies met exclusief en inclusief?

“Nou ja we willen niet gewoon dat, eventjes kort door de bocht het Amsterdamse principe dat iedereen moet vluchten uit de stad omdat ze het letterlijk niet meer kunnen betalen omdat die markt zo vrij is. Dus wat je ziet bij ons, is dat wat er gerealiseerd wordt doorgesproken wordt ook met de buurten die er wonen, dus de mensen die er wonen en allerlei betrokkenen maar ook dat wat je realiseert, ook op onze eigen kavels, dat je extra punten krijgt op het moment dat je beter in staat bent om te voldoen aan de behoeften van iedereen.”

Thema 2: In Rotterdam is een tekort aan woningen in het middensegment en dan met name voor jong hoog opgeleid talent. De Eindhovense situatie is een andere. Wethouder Schreurs legt het uit.

In Eindhoven ligt het iets anders je moet én / én doen, dus aan de ene kant wil je al het talent hebben dat helemaal de meest briljante dingen kan creëren maar voor een groot gedeelte worden die bij onze eigen TU zelf opgeleid, dus dat helpt al…

Concretiserende opmerking: ‘Maar die gaan dan weer weg, dat zie je in Eindhoven ook…’

Nee, dat is dus het grappige als je kijkt zo van ‘Waarom willen mensen in Eindhoven nou dingen realiseren?’ dat is omdat het ecosysteem om dingen te realiseren er is. Dus als je kijkt naar de nieuwe technologische oplossingen, dat kun je niet meer in je eentje doen. Dus je hebt allemaal bedrijven die bij elkaar zitten op een high tech campus, dat is typisch het voorbeeld van de enablers, op andere plekken heeft het gewoon te maken met de dingen die te maken hebben met zorg of wat dan ook, dus dat is de Philips Zorgcampus.

En al die mensen vinden het geweldig om daarmee bezig te zijn en het grappige is, het is fundamenteel inclusief. Om dit soort dingen te maken heb je WO-ers nodig, je hebt HBO-ers nodig en je hebt MBO-ers nodig want die dingen moeten wel gemaakt worden. En de precisie die dat vergt, dat is waanzinnig.

Dus wij zijn… Eigenlijk kun je zeggen dat het mooie model van een inclusieve samenleving dat kun je in Eindhoven nog constateren, dat je echt elkaar nodig hebt om dingen te realiseren. En dat betekent ook dat de woongelegenheden daarbij moeten passen maar ook inderdaad het aanbod in de stad dus als je kijkt waarin Eindhoven heel erg in achterloopt, dat is gewoon… de voorzieningen zijn niet op peil. Maar dat is ook wel logisch want het was gewoon een kleine stad en het is niet meegegroeid met de internationale stad die het nu feitelijk is.

Thema 3: De morele vraag is of iedereen wel in de stad moet kunnen wonen in de toekomst?

“Het is volstrekt onaanvaardbaar dat je feitelijk een gated community, en of de gate nu virtueel is doordat je er gewoon niet meer kunt komen omdat je het niet meer kunt betalen, dat is toch niet de samenleving die je wil zijn? Dat ligt eraan ten grondslag en bovendien… eigenlijk… want anders krijg je ook van die hele rare dingen zo van dat aan het begin van de dag komt iedereen binnen om de services te regelen voor de mensen die er nog wel wonen.”

Thema 4: Regierol van de overheid in relatie tot woningbouw en de rol van bouwpartners

“We hebben met zijn allen de woonvisie waarin je ook al zorgt dat de woningcorporaties gewoon samen met je optrekken om allerlei dingen te realiseren. En ook vooral van wat je wil realiseren in de stad. Maar wij moeten het vooral aan de voorkant regelen zodat het klopt met de stad die wij willen zijn.

En in Rotterdam heb je het geval dat je gewoon allerlei aanbod niet hebt, volgens mij hebben wij een wat evenwichtiger aanbod, maar dankzij het feit dat we opeens weer een crisis hadden, had je het verschijnsel dat allerlei jonge mensen die heel graag in de stad wilden blijven er gewoon überhaupt niet konden blijven. Dus dan ging het om hele specifieke, ze wilden sowieso blijven voor de liefdesmarkt heb ik begrepen, maar dan had je behoefte aan hele kleine woningen en uiteindelijk gaat het erom of je in staat bent om je woningmarkt flexibel vorm te geven zodat ie zich steeds aan kan passen aan de nieuwe vraag. Maar dan dient wel het uitgangspunt te zijn dat het niet zo is dat je, in de stad waarin je bent, er niet meer mag zijn omdat het gewoon onmogelijk voor je gemaakt wordt.”

Thema 5: Moeten we smart cities overlaten aan de overheid? Of is het de taak van het bedrijfsleven?

“Het moet passen binnen de samenleving die we willen zijn. Je moet met elkaar de oplossingen creëren. Maar er zijn fundamenteel drie smart city-modellen. Het eerste is het Chinese, dat is gewoon: ‘De staat bepaalt’ en eigenlijk, als je een beeld wil hebben: 1984. Daar worden we allemaal niet vrolijk van. Dan weten we zelfs hoeveel wc-papiertjes je gebruikt.

Het tweede model is het model wat net beschreven is, dat is inderdaad door de bedrijven gepromoot en dat reduceert ons alleen maar tot consumenten. We zijn de pin-automaten van 5 Califonische bedrijven en meer zijn het er niet. En het hele systeem is alleen op consumeren gericht. En het aardige is: het gaat in dezen om de data tegenwoordig; het gaat om de algoritmes. Op het moment dat u uw smartphone pakt wordt u verleid om de hele tijd daarmee bezig te zijn. Dus het is niet alleen zo van ‘dat je als consument benaderd wordt’ maar dat ze proberen je alleen maar tot consument te maken…

Op dit moment is het zo dat Google al een stad creëert in Canada, ze hebben zo waanzinnig veel geld dat ze op dit moment op de mobiliteitsmarkt aan het interveniëren zijn en daarna krijg je de zorgmarkt en de vraag is nou: ‘Vind je nou dat ons leven gerund moet worden door bedrijven?'”

Aanvullende vraag gespreksleider: ‘Die vraag daar komen we nog op, maar u had nog een derde model?

“Het derde model is dus het model dat nu op het punt staat om in Europa echt vaste voet aan de grond te krijgen, dat er gezegd wordt: ‘Ja, je hebt bedrijven nodig want die hebben ontzettend veel know how’, maar uiteindelijk moeten we aan de voorkant zorgen dat de randvoorwaarden die er gelden wel de randvoorwaarden zijn die passen bij de samenleving die we willen zijn. Dus technologie is helemaal fantastisch, in een stad als Eindhoven kun je niet anders zeggen maar ik vind dat óók: technologie is fantastisch. IT is helemaal fantastisch want dan kun je het regelen voor, om en met mensen. Je kunt echt maatwerk leveren. Maar dat gaat niet vanzelf, want anders heb je gewoon dat we opgerold worden door de Amerikanen.”

Thema 6: ‘Maar hoe is de stand op dit moment? Als Google data verzamelt, dan is Google de eigenaar. In Sao Paolo bijvoorbeeld wordt data van Uber gevorderd om wegengebruik van Uber-taxi’s door te belasten.

“Ja maar eventjes… Het schaalniveau waarop je dat moet regelen is Europa want dan kunnen we een deuk in een pakje boter slaan. Als je het hebt over randvoorwaarden: de eerste is dat je geen monopolie toestaat. De tweede is dat je geen technologie-monopolie toestaat, de derde heeft te maken met data. En de vierde is eigenlijk belangrijk: je wil wel in die algoritmes willen kijken of er geen rare dingen in gebeuren. En dat is principieel de borging van het publieke belang. Je mag wel geld aan die algoritmes verdienen maar we moeten kunnen zien wat er bij ons gebeurt.

En waaróm is het nou zo belangrijk om het schaalniveau van Europa te doen? De meeste technologie is ook ontwikkeld in de VS. Als we überhaupt nog een economische en maatschappelijke toekomst willen hebben dan moeten we ook die technologie kunnen creëren en dat doe je eigenlijk op het schaalniveau van Europa en dan moet je ook het platform organiseren. En dan denk je van ‘Ja maar, hebben landen dan nog een functie, die zijn er altijd sowieso nogal benauwd om als je het hebt over Europa…’ De oplossingen zullen altijd specifiek zijn, die zullen specifiek zijn in een stad omdat Amsterdam bijvoorbeeld anders is dan Eindhoven. Maar ze zullen ook specifiek zijn omdat hoe dingen zijn geregeld in een land anders zijn. Dus de opdracht voor de rijksoverheid in Nederland is vooral te organiseren dat de consortia bij elkaar komen bijvoorbeeld op het gebied van de zorg om het met elkaar te kunnen regelen en te zorgen dat de opschaling in Nederland geregeld wordt, want: in Eindhoven kunnen we het doen, in Amsterdam kunnen we het doen, er zijn een aantal hele kleine landelijke gemeentes die dat kunnen doen hè, dus echt platteland… maar de meeste gemeentes die denken van ‘Hoe moet ik dat doen?’ en zeker gezien het aantal mensen dat ze in dienst hebben wat hier verstand van heeft, dan is het wel aardig dat we met elkaar gewoon zorgen dat het kan gebeuren.

Thema 7: Voor welke problemen zet u nu in Eindhoven dit soort smart technology in?

“Nou, wij kijken ook een beetje slim naar onze omgeving. Als je kijkt naar onze TU, die is gespecialiseerd in mobiliteit, in energie en in zorg… en licht! En dat betekent dat we dat vooral inzetten en…

Vraag ter concretisering: Maar welk probleem in de stad zegt u: ‘Daar maken we nu al gebruik van slimme technologie?’

Nou, rond mobiliteit moeten we het gewoon nú doen en je ziet dat het automotive cluster dat we hebben ervoor zorgt dat je de nieuwe oplossingen…

Vraag ter concretisering: ‘Wat is automotive-cluster?’

O sorry, alles wat te maken heeft met het maken van de nieuwe auto’s. Eén van de voorbeelden die u misschien kent is de solar challenge-auto. Nou, die zou elektrisch natuurlijk hartstikke goed kunnen functioneren, meteen al die vervuiling weg. Maar het gaat er dan ook vooral om geleidesystemen in de stad want we slibben dicht, want dat zei u al, daar zul je ‘m moeten gebruiken. En op dit moment proberen we vooral eventjes uit van hoe je nou je openbare ruimte weer eens een keertje van en voor iedereen kan maken en dat doen we op een hele simpele manier als je digitalisering met licht mee laat lopen, dan is alles meteen in één klap…

Vraag ter concretisering: ‘Dat snap ik niet: digitalisering met licht mee lopen?’

“Ja, licht is overal in de stad dus als je feitelijk je lichtnetwerk slim maakt, dus overal sensoren op aansluit, dan heb je als het ware overal in je openbare ruimte data die je kunt gebruiken en dat gebruiken we nu om mét de stad uit te vinden wat men op specifieke plekken wil creëren. Gewoon het oude commons-idee en waarom is dat zo interessant? Eindhoven is in 1920… heeft er een herindeling plaatsgevonden en toen is dat eigenlijk voor de nieuwe stad als concept gelanceerd dat de openbare ruimte ook daadwerkelijk voor en van iedereen moest zijn en dat proberen we terug te vinden.”

Thema 8: Democratie in de stad van de toekomst

“En de democratie komt dus ook heel laag in de samenleving zelf te liggen, hè. Zo van: op het moment dat je een gebied hebt, ja dan vind je daar met alle stakeholders gewoon uit wat het moet zijn. Je moet wel ontzettend oppassen bij dit soort dingen, want zeker in de stad Eindhoven zijn we allemaal blije guppen die allemaal nieuwe dingen zitten te realiseren, dus je moet een soort constructieve tegenkracht, kritische tegenkracht, organiseren. En dat hebben wij in een cultuurinstituut gevonden en we hebben het nieuwe instituut uit Rotterdam uitgenodigd om vooral dat te zijn. Die kwamen er bijvoorbeeld achter dat wij allerlei data gebruiken waar mensen helemaal geen belang aan stellen, ze kwamen erachter dat als we dit soort dingen doen je 12 groepen kunt definiëren en dat er altijd maar 3 meedoen. Dus we komen erachter dat we dat wel heel erg goed moeten volgen en dat is eigenlijk wat de nieuwe bestuurlijke opgave is: je organiseert de randvoorwaarden, je organiseert het proces, je organiseert dat maatwerkoplossingen gecreëerd worden door de mensen die het betreft en alle instellingen die het betreft, maar je moet heel goed volgen of het wel klopt wat er gebeurt.”

Naschrift: Wees gewaarschuwd, Eindhoven ís al een smart city
Terug naar Hochstenbach en de waarschuwing van deze sociaal geograaf: “Wat een groot risico is, is eigenlijk dat die smart cities, dat we niet weten wat zij willen gaan doen in de toekomst.

Wie de uitleg of toelichting per thema heeft gelezen, heeft tevergeefs gezocht naar de stadsbewoners: de inwoners zélf. Opnieuw worden overheid, bedrijven en kennisinstituten geroemd vanwege alle oplossingen en mogelijkheden die zij Eindhoven bieden/opleggen. Maar Hochstenbach’s vraag is nu al gerechtvaardigd: ‘Van wie is de stad? Voor wie is de stad? En wie heeft eigenlijk zeggenschap over de ontwikkelingsrichting van die stad?’

Ik vrees dat het antwoord in steeds minder gevallen ‘de burger’ is. Juist D66 laat het na daar in Eindhoven een punt van te maken.

7 reacties

  • Barry een BezorgdeEindhovenaar

    Ongelofelijke wartaal, zo onsamenhangend dat ik werkelijk geen idee heb waar ze het over heeft.
    Ze komt op mij over als iemand die met enige regelmaat een fles sherry achterover tikt.

    • Rien Valk

      Dankzij Bob’s uitwerking van de gesproken tekst wordt de vaak gegeven interpretatie – de woordenbrij van wethouder Schreurs – nu in een klap duidelijk. Ik moest er wel om grinniken, maar om de visionair Schreurs nu meteen een alcohol probleem in de schoenen te schuiven gaat mij een beetje te ver.

      Overigens over wat ik mee kreeg van de gesproken tekst heb ik hier https://www.testdse.nl/woningbouw-en-verkeer-in-de-eindhovense-binnenstad/ proberen weer te geven. Nu kun je dankzij Bob de zaak nog eens teruglezen en laten bezinken en dan wordt het natuurlijk makkelijker om je mening te vormen. Over het vertaalwerk van Bob las ik ook nog dit:
      Ik voel de hoofdpijn van Bob. Wat een enorm doorzettingsvermogen om “integraal” deze intellectuele, uit eenzame hoogte, orerend orakel te quoten.
      Helaas valt er voor de plebs geen chocola van te maken.
      Aldus André Lamzak in een reactie op Hans Vermeeren.

      Blijft de vraag over, wat willen we opgeven van onze privacy omwille van de veiligheid en andere dataverzamelaars die het leven voor ons aangenamer willen maken? Ik lees graag in reacties of nieuwe bijdragen hoe wij (als blije guppen aldus Mary-Ann) in Eindhoven daarover denken, maar vooral wat we zelf willen!

  • G.Peeters

    Huh???????

  • bleenhouwers

    Inmiddels is ook door Hans Vermeeren van het Eindhovens Dagblad nog eens goed naar Buitenhof gekeken. Op zijn Facebookpagina kun je meer informatie vinden: https://www.facebook.com/hans.vermeeren/posts/1554294807941760

  • Wat een verhaal van deze wethouder. Volgens mij praat ze soms sneller dan ze denkt want ik kan vaak geen enkele inhoud vinden in de brij van onsamenhangende woorden en delen van zinnen. In mijn vakgebied noemen we dat een signaal/ruisverhouding van 0 dB (spreek uit: nul decibel): je kunt door de ruis het signaal niet meer horen.
    Ik snap dat een wethouder van een grote gemeente geen tijd heeft om zich een beetje voor te bereiden op een interview, maar dit is toch wel een heel genante vertoning.

    Dus dan moeten we het maar een beetje voorzeggen. De industrie probeert gelukkig iets gestructureerder te bepalen wat ze willen maken en verkopen. Dit gaat meestal via een paar stappen zoals hieronder is weergegeven.
    Stap 1: bepaal wie de Klant is. Met een hoofdletter graag. Soms schrijven ze Klandt met -dt want het is een werkwoord.
    Stap 2: bepaal wat de grootste problemen van je klanten zijn en hang een prioriteit aan die problemen.
    Stap 3: pak de problemen 1 voor 1 aan in volgorde van de prioriteit totdat het geld op is.
    Stap 4: evalueer achteraf of de problemen echt zijn opgelost en wat de kosten zijn geweest ( in geld, milieu, leefbaarheid, files, ergernis, etc)
    Stap 5: leer van de evaluatie voor volgende projecten.
    Ga terug naar Stap 1

    Nu even toespitsen op de gemeente Eindhoven:
    @Stap 1: bepaal wie de klant is.
    In het geval van de gemeente Eindhoven zijn dat primair de inwoners van de stad.
    Ze willen allemaal werk, dus het bedrijfsleven moet zich graag in en rond Eindhoven willen vestigen.
    Ze willen ook allemaal wonen en bereikbaar zijn, zowel analoog als digitaal: goede en betaalbare woningen, wegen, openbaar vervoer, internet.
    Ze willen een veilige en gezonde woon- en werkomgeving.
    Dat er goede schoolvoorzieningen op elk niveau voor kinderen en volwassenen zijn is vanzelfsprekend.
    Ze willen recreatie, dus sport, cultuur, uitgaan en evenementen die de inwoners aanspreken.

    De secundaire klanten zijn de bezoekers van Eindhoven. Inwoners van buurgemeentes; bezoekers die zo nu en dan naar een evenement komen of een dagje komen winkelen; zakelijke bezoekers. Die komen vooral geld brengen ten koste van wat overlast. En ze maken het soms een beetje gezelliger.

    @Stap 2: maak lijstje met belangrijkste problemen van de klanten:
    We moeten een lijstje maken waar inwoners zich in herkennen. Inclusief de prioritisering.
    Ik denk dat een tweede 50 meterbad errug laag op de lijst zal komen te staan.
    Het goed, eerlijk en efficient organiseren van de thuiszorg staat waarschijnlijk wel hoog op de lijst. Een paar financiele vraagstukken als Muziekgebouw, zwembad en Vestdijk moet voorrang krijgen omdat het de innovatie van problemen met hogere prioriteiten blokkeert: het geld is te snel op, omdat het verleden als een blok aan het been blijft hangen.
    Het is volgens mij aan de gemeenteraad om dit lijstje te produceren en te onderhouden. En dan wel graag 1 lijstje voor de hele gemeenteraad in plaats van 1 lijstje per splinterpartij.

    @Stap 3 problemen 1 voor 1 oplossen:
    Wacht totdat het lijstje van stap 2 af is. Voor die tijd niks opstarten svp!

    @Stap 4: Evaluatie
    Daar kunnen we nu wel mee beginnen: welke projecten heeft de gemeenteraad de afgelopen jaren weten op te lossen en wat waren de resultaten.
    De gemeente zal hier niet op zitten te wachten en elke vraag over de effectiviteit van het beleid beantwoorden met de bekende signaal-ruisverhouding. Hier is een taak weggelegd voor de kritische pers.
    Bij de aankomende gemeenteraadsverkiezingen kunnen de inwoners van Eindhoven dan meteen aangeven wat ze ervan vinden.

    Lees nu het stuk van wethouder Schreurs nog maar een keer en kijk of je ergens een antwoord kunt vinden. Het zal tegen vallen, vrees ik.

    • Rikie

      Zo! Wat een verschil in taalgebruik tussen Mary Ann Schreurs en Wim!
      Ik hou van de duidelijke taal van Wim. Hoezo heeft Eindhoven geen problemen?
      Mensen die een betaalbare huurwoning nodig hebben staan 10 jaar ingeschreven!!
      En wat stedelijke voorzieningen betreft heeft de gemeente in de afgelopen periode van alles laten sloffen. De IJsbaan, de Tongelreep en lang geleden museum Kempenland.
      Dat daar geen geld voor is, is niet zo gek omdat er in Amsterdam ongeveer 90 Euro per inwoner is voor dit soort dingen en in Eindhoven ongeveer 2 Euro.
      Verder is Eindhoven een fijne stad om in te wonen, er gebeurt inderdaad van alles. Niet alleen op technisch- of designgebied maar ook op het culturele vlak.

  • ankie

    Het stadsorakel Mary Ann Schreurs …

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *