Woningbouw en verkeer in de Eindhovense binnenstad

Vandaag was onze Eindhovense wethouder Mary-Ann Schreurs te gast bij Buitenhof samen met sociaal geograaf Cody Hochstenbach, Vincent Karremans (VVD Rotterdam) en Albert Meijer, hoogleraar Publieke Innovatie. in een gesprek over wonen en Smart Cities. Toen het over de mogelijkheid voor woningbouw in de onze binnenstad ging, zij noemde dat de verdichting van de bebouwing, was het bijzonder om haar te horen vertellen dat Eindhoven na de herindeling in 1912 opgezet was als een autostad en die ruimte voor verdichting er nog voldoende was. Ik vraag me dan af hoeveel auto’s er reden in die tijd van de paardentram later stoomtram met als bijnaam de goede moordenaar? Die opzet is nu zeker verantwoordelijk voor de doorstroom problemen op de Vestdijk?
Iemand nog doorstroming verbetertips voor onze wethouder?

Vestdijk – Foto: Rien Valk

Natuurlijk is er ruimte te vinden in de spin of ster die Eindhoven na de herindeling van 1912 deels nog steeds is, zeker als je hieronder kijkt naar het stuifzand heide gebiedje aan de rand van Tongelre vlakbij de binnenstad maar of je daar moet gaan bouwen? Het dunne lijntje is de spoorlijnaftakking die naar ons oude slachthuis leidde.

Google maps

Daarnaast kwam de betaalbaarheid in de stad voor iedereen aan de orde ook daar was kort samengevat geen probleem met een puntenstelsel moest dat voor iedereen haalbaar zijn. Echt alles moest inclusief zijn je hebt toch ook mensen nodig die de producten maken en die wil je niet uitsluiten. Ik ben benieuwd naar het punten systeem wat het voor de lagerbetaalden haalbaar maakt om in die woontoren plannen rond het station een appartement te vinden.

Station Eindhoven – Foto: Rien Valk

Als je even geduld hebt kun je het haar hier zelf horen vertellen.

2 reacties

  • Lau Kanen

    Ik was verbaasd toen ik wethouder Schreurs in Buitenhof hoorde vertellen: ‘Als je ziet waar Eindhoven erg in achterloopt, dat zijn de voorzieningen. Maar dat dat is ook wel logisch, want het was natuurlijk een kleine stad en het is niet meegegroeid met de internationale stad die het nu feitelijk is.’
    Dit roept bij mij de volgende vragen en opmerkingen op.
    1. Wanneer was Eindhoven een kleine stad? Ja, toen Philips er begon, in 1891. Maar na 1945 groeide de stad gigantisch – vooral door Philips natuurlijk – en was het echt al de hoofdstad van Oost-Brabant, die voor de huisvesting van de van alle kanten instromende werknemers veel omliggende gemeenten (Veldhoven, Geldrop, Best en Son) nodig had en uit de kluiten deed wassen. Eindhoven is dus al lang een grote stad; alleen niet zo groot als de vier Randsteden. Gelukkig heeft het daardoor ook niet alle bijbehorende problemen, waarbij ik vooral denk aan de verpaupering van bepaalde buurten.
    2. Een logisch tekort aan voorzieningen? Eindhoven had een mooi historisch museum, Museum Kempenland – vergelijk het met het Amsterdams Historisch Museum – dat prachtig had kunnen uitgroeien, maar door de stadsbestuurders zelf de nek is omgedraaid. En die nu krampachtig naar internationale status hunkerende gemeente heeft geen enkele moeite gedaan om, toen Philips zich terugtrok, de Philipstoren een wervende culturele bestemming te geven, zoals bijvoorbeeld de vestiging van een Karel Appel-museum.

    • Rien Valk

      Ja Lau vreemd eigenlijk dat tekort aan voorzieningen zeker als je nagaat dat de gemeente in eerste instantie het zwembad en de ijsbaan ook niet langer wilde ondersteunen of overdragen aan een andere exploitant. Dat zijn toch ook de voorzieningen die onze inwoners en expats belangrijk vinden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *