Woningbouwteller: nog geen 2000
De teleurstelling droop gisteren van mijn Motorolaatje. Op de website van het Eindhovens Dagblad stond het snoeihard geformuleerd: “Woningbouw Eindhoven: teller blijft dit jaar onder de 2000 woningen steken“, ( ed.nl, 21 oktober 2020 ). In het artikel staat te lezen hoe wethouder Yasin Torunoglu zijn best heeft gedaan om dit jaar zijn, min of meer beloofde, 3000 woningen te realiseren.
Auteur Michel Theeuwen citeert uit de tussentijdse rapportage van het Eindhovense college. Onder 8.3 staat te lezen:
Daar staat dus letterlijk: “Er zijn hiervoor per project verschillende oorzaken voor. Deze worden momenteel nader geanalyseerd. Hierover wordt de raad in het najaar geïnformeerd.”
Wethouder Theeuwen?
Vervolgens schrijft Theeuwen: “Een voorlopige analyse wijst op vertragingen uit het verleden.” Waarna het krantenartikel alsnog weergeeft wat de oorzaken zijn van het niet behalen van de gedroomde 3000 woondozen. Uiteraard voorzien met zonovergoten bouwfoto’s want waar nieuwbouw gepland of gaande is, daar schijnt de zon.
Wat lastig is voor de lezer, is dat de analyse die alsnog beschreven wordt tóch afkomstig zou kunnen zijn van Torunoglu. Dat is echter niet zo. Het gaat om een opsomming van mogelijke vertragingen geformuleerd door de verslaggever zelf, terwijl hij niet meer informatie had dan het eerste rode puntje in uit de tussentijdse rapportage. Want, als we Theeuwen moeten geloven, heeft hij de wethouder wel om meer informatie gevraagd maar heeft deze daarvoor vriendelijk bedankt: “Torunoglu wil nu nog niet reageren op vragen hierover.”
Nadere analyse overbodig
En daarmee hoeft Yasin Torunoglu eigenlijk geen energie meer te steken in de toegezegde informatieverstrekking aan de Raad. Die staat namelijk al in de krant. En dat gebeurt wel vaker bij Michel Theeuwen’s journalistieke werk. Het gaat er niet altijd om dat er feitelijk nieuws gebracht wordt, het mag bij Theeuwen best een onsje meer zijn. Ik geef een ander voorbeeld:
Als je de eerste kolom leest denk je als achteloze lezer dat het volledig waar is wat er staat. Maar het blijkt, vijf jaar na dato, enkel een gedroomd scenario. Het maakt dat ik bij elk stuk van Michel Theeuwen mezelf dwing drie keer te lezen.
De drie slagen van Michel
De eerste slag is te vergelijken met de schoolslag: makkelijk, lui lezen met de oogbollen op half elf, alsof je de Story, Arts en Auto of een moppenboekje leest. Dat schept een algemeen beeld.
Dan volgt een iets moeilijker analyse, zeg maar de borstcrawl. Daarbij is het zaak om de tekst wat uit elkaar te rafelen om vast te stellen of er nu feitelijk sprake is van een citaat of andersoortige informatie die van een bron afkomstig is. Dat moet dan namelijk geïsoleerd worden van wat de auteur er goedbedoeld zelf nog aan toevoegt: zijn eigen in-, aan- of opvulling. Je probeert als het ware te achterhalen welke vragen de verslaggever nu echt tracht te beantwoorden met zijn artikel.
Pas daarna komt het koningsnummer: de 100 meter vrije slag. Je moet als lezer de vragen formuleren die in het stuk niet beantwoord zijn. En dat zijn soms de meest cruciale, zoals in het krantenartikel hierboven waarin geen enkele kritische vraag wordt gesteld, dus ook niet beantwoord. Dat was in 2015, toen Urban Sports & Culture ineens in de sportvisie opdook wel relevant. ‘Wat betekent een focus op ‘urban’ voor de bestaande sportstructuren? En welke financiële consequenties heeft dat? Is er onderzoek dat de stelling onderschrijft dat urban sports een gemeente daadwerkelijk geld oplevert?’, om er maar eens een paar te noemen.
Recenter
Theeuwen schrijft tegenwoordig met regelmaat over bouwperikelen voor het Eindhovens Dagblad en meestal over de Eindhovense situatie. Niet gek ook, er gebeurt genoeg. Zo verscheen op 6 oktober op ed.nl: ‘Sloop panden aan Stadhuisplein in Eindhoven stilgelegd‘. Daarin beantwoordt Theeuwen wel de vraag waarom er aldus de ondernemer en het stadsbestuur in kwestie gesloopt moest worden, maar laat na uiteen te zetten dat de sloop sowieso ongeoorloofd is. Toestemming ontbrak immers vanwege het nog niet genomen besluit aangaande een aantal visionaire voorstellen van Winy in Wonderland.
De krant van slapend Eindhoven
Over het algemeen lees ik het Eindhovens Dagblad graag en ook hun website is best goed te lezen. Goed, ik betreur het dat je de artikelen digitaal niet met een simpel knopje kunt laten voorlezen, iets wat De Telegraaf wel online beschikbaar stelt. Echt kwalijk vind ik het dat vragen niet beantwoord worden die voor een lezer wel degelijk relevant zijn. Het komt in het Eindhovens Dagblad wel vaker voor.
Zo zou het bijvoorbeeld interessant én noodzakelijk zijn om te zien in welke mate de huidige hoogbouwimpuls een antwoord vormt op de geconstateerde woonbehoeften uit het onderzoek van Companen “Marktmechanismen op de Eindhovense woningmarkt“. Een onderzoek dat in 2018 in opdracht van de gemeente is uitgevoerd. Met cijfermatige onderbouwing wordt beargumenteerd weergegeven welk type woningbouw zou voldoen aan de wensen van toekomstige Eindhovenaren.
Wethouder Torunoglu zul je er nooit over horen, het rapport ging bij de Eindhovense PvdA door de papiervernietiger vermoed ik. Het is ook veel te lastig om zelf de regie in handen te houden. De markt krijgt vrij baan en is, zo blijkt uit de zwierende sloopkogel aan het Stadhuisplein, zeer efficiënt. Michel Theeuwen zal er beslist nog wel eens over schrijven, over balanceren op het koord van de belangen. Ik zie uit naar zijn memoires; mijn zwembroek ligt alvast klaar.