Woningnoot

Afgelopen dinsdag werd een begin gemaakt met het kraken van de woningnoot. Eindhovenaren, vooruit: ook de wannabees, azen op een woning binnen de stadsgrenzen. Tijdens een bijeenkomst van de gemeenteraad mochten voor- en tegenstanders van hoogbouw hun zegje doen. De hele gang van zaken rondom de totstandkoming was geen feest voor de democratie en ik vrees dan ook voor wat het het besluit gaat zijn.

Volume
Eén van de sterkste argumenten voor een vlucht in de lucht is dat er volume gehaald kan worden, of beter gezegd: aantallen. Het is ook dát aspect waarmee de gemeenteraad overtuigd moet worden, er is immers een opgave. Maar de vraag is of het gaat om het aantal nieuwe woningen. Welk deel van de woningnood wordt écht opgelost met hoogbouw? Niet de nood die onder jongeren heerst, want die groep kan de huur voor de hoger gelegen lagen doorgaans niet betalen.

Oudere jongeren?
Gelukkig zijn er naast de vaak minder vermogende jongeren mensen met een uitkering, mensen die leven van een minimumloontje, (gebroken) gezinnen die een dak boven hun hoofd willen. Mensen die met een nul-urencontract hun bestaan proberen te financieren of twee ‘banen’ combineren om hun kinderen te eten te kunnen geven. Of gewoon jonge stelletjes met een kinderwens. Wanneer we die mensen alleen maar zien als aantal, dan hebben we straks in de hoogte bijna voldoende woningen. Maar de te kraken woningnoot mogen we niet reduceren tot een vraagstuk van kale aantallen.

Aard of aantallen?
Yassin Torunoglu, de verantwoordelijk wethouder inzake woningbouw, zei het eerder: het gaat om de kwaliteit van de woningen. En waar de bouwkundige dan wellicht denkt aan de te gebruiken hoogwaardige materialen en de architect aan de esthetiek van het ontwerp, daar zouden we als stad moeten kijken naar de bewoners en hun wensen. En dat, dat doen we met de huidige nadruk op hoog, hoger, hoogst juist niet. Hoogbouw is, als het om betaalbare woningen gaat gewoonweg de minst voor de hand liggende oplossing.

Veldonderzoekje
Een paar voorbeeldjes: wonen in de Vesteda-toren. 135 vierkante meter op mooie hoogte. Prijs: 2500 tot 2750 euro. Een portiekflat in de Regent, toch een mooie 90 vierkante meter woonoppervlak: 1450 euro ( bijna voor niks en dan mag je vanaf de zesde etage over Booming Brainport kijken! ). Of toch liever de Admirant? Ook daar 120 tot 135 vierkante meter voor de schappelijke prijs van 1345 tot 1495 eurootjes. Wie zelf iets zoekt moet gewoon even het hoge gebouw van zijn/haar keuze intikken en even uitrekenen of je naast de huur ook de servicekosten van rond de 100 euro kunt missen.

Wat voor baan heeft die jongere van de toekomst opdat hij/zij een dergelijke hut kan bewonen? Hoeveel Eindhovense kinderen van nu gaan straks in staat zijn om binnen de binnenring (of erbuiten) iets betaalbaars te vinden? Gaan de beloofde 20 à 30 procent sociale woningbouw het antwoord zijn en zo ja, voor hoe lang?

Hoog en binnen de ring
Laten we in hemelsnaam hopen dat er straks in elke levendige plint een drogisterij te vinden is waar de condooms gratis kunnen worden afgehaald, want een ouderpaar met kinderen op een woonoppervlak van 10 x 14 meter… dat moet voorkomen worden.

Of ja, toch wel…

Helaas wordt door de focus op ‘hoog’ en ‘binnen de ring’ de roep om voorbehoedsmiddelen ook buiten de stadskern noodzakelijk, want buiten de toekomstige Zuidoost-as wordt maar mondjesmaat gebouwd. Jorritsma, Maas en Torunoglu denken bij groei van het aantal inwoners schijnbaar alleen aan vermogende volwassen nieuwkomers. En dan vooral veel en rap. Een fout die in Amsterdam heeft geleid tot een uittocht van oorspronkelijke Amsterdammers. Het kan dus ook zonder hoogbouw.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *