Zeven dagen zeven boeken – dag 6
Terug naar Neerpelt
Ik ben een van die ‘onvoltooide’ lezers die erg veel boeken hebben en ze ook graag willen lezen, maar daaraan door andere interesses te weinig toekomen. Ik hoef nog steeds niet het grafschrift te wijzigen dat ik ooit voor mezelf bedacht: ‘Hier ligt de man die teveel wilde, bedolven onder de boekenkast waaraan hij zich vertilde.’
Toch kan ik nu een boek onder uw aandacht brengen dat ik onlangs met niet aflatende interesse gelezen heb: ‘Terug naar Neerpelt’ van Lieve Joris. Ik kende Lieve Joris van naam – zij is een tamelijk bekende journaliste – maar nog niet als schrijfster. Ik zag haar zojuist verschenen boek in een boekhandel, las er wat in en zette het op mijn verlanglijstje, deels uit psychologische, deels ook uit enigszins chauvinistische regionale interesse. Want Neerpelt, dat ligt immers hier vlak over de grens, in dezelfde streek waar mijn vader rondfietste en waar u en ik nu wonen.
En inderdaad, Lieve Joris verloochent in dit boek haar afkomst niet. Veel mensentypen, gezegden, gewoonten en gedragingen zijn voor Kempenaren herkenbaar. Dit boek is geen fictie. Nadat de schrijfster een groot deel van de wereld heeft bereisd en in boeken en artikelen daar verslag van heeft gedaan, keert zij terug naar het Kempendorp waar zij is opgegroeid en school heeft gegaan. De reden is een dramatische: één van haar broers heeft, onder invloed van drugs, een zwaar auto-ongeluk gehad. Hij blijkt, ondanks bijzondere talenten en charmes, al gauw het zwarte schaap in het gezin. Feitelijk draait het hele boek om hem. De schrijfster, die bewust het ouderlijk huis heeft verlaten en haar vleugels over heel de wereld heeft uitgeslagen, is toch levenslang door Fonny – zo heet haar extravagante broer – gebiologeerd. Door heel het boek heen zie je dan ook de verwevenheid van haar eigen mondiale leven met de kleine, maar ingrijpende wederwaardigheden van het ouderlijk gezin in de Kempen. Wat wij te lezen krijgen is een onthutsende autobiografie, waarin Lieve Joris alle verwikkelingen, karakters, emoties en ellende zonder terughoudendheid beschreven heeft; haar eigen gedrag en gevoelens even hard als die van haar ouders en haar broers en zusters.
De voornaamste indruk die ik aan het boek overhield is het deprimerende besef, dat de drugsverslaving, waaraan tegenwoordig zoveel mensen, vooral ook veel jongeren, lijden, een verschrikkelijke ramp is, waar op een of andere manier krachtig een halt aan toegeroepen moet worden. Daarnaast werd het voor mij duidelijk – voor zover we dat niet allang wisten -, dat onze eigen streek, zowel aan deze als aan gene zijde van de landsgrens, het betrekkelijk onschuldige, vredige en gemoedelijke karakter dat er haast wel tot het einde van de vorige eeuw aan werd toegekend, is kwijtgeraakt. In de Kempen heerst – naast natuurlijk toch nog veel goeds – hetzelfde onheil als in de rest van Nederland, België, Europa en misschien wel de wereld.
Een doordachte lezing van een indrukwekkend boek. Bedankt voo het delen, gouddelver. Het boek staat in de wachtrij in de boekenkast en ik zal het binnenkort zeker gaan lezen.