Zondagmorgen
Hoe vaak de zondagochtend ook al is bezongen of beschreven, het blijft een magisch stukje tijd. De stad lijkt ineens koudbloedig, het tempo is eruit. En wie naar buiten gaat, naar buiten de stad, vindt een wereld die slaapt. Vandaag met de regen die de bladeren reinigt en het rotten helpt, het is immers herfst.
Soms ben je gewoon even blij dat je leeft. Dat je even mag meereizen op het grootste transportmiddel dat de mens tot zijn beschikking heeft. Maar de zondagmorgen maakt ook dat je je realiseert dat er nog veel misgaat, zeker als je een Radio1 luisteraar bent.
Vanaf zeven uur kun je je slakkenhuis te luister leggen bij de makers van BNNVara’s Vroege Vogels. Soms word je er niet vrolijk van omdat akelig duidelijk wordt hoe belabberd het met de Nederlandse natuur is gesteld maar dan komt daarna weer een thema waardoor de moed je niet in de schoenen zakt. Wie iets langer luistert merkt dat er heel veel oninteressants verdomd interessant blijkt, omdat de gasten waarde toevoegen óók aan onderwerpen waar je van denkt: ‘Het zal wel…’
Dan, na 10.00 uur, komt de hamerslag: een intro van strijkers leidt OVT in oftewel Onvoltooid Verleden Tijd. Deze radiospiegel voert ons terug in de tijd en legt verbanden met het hier en nu. ‘Vroeger’ blijkt op z’n zachtst gezegd vooral ‘anders’. Twee uur lang (be)grip krijgen voor en op wat onze voorouders zoal deden kietelt je hersenen: waarom doen we wat we doen? Maken wij nu ook onbegrijpelijke keuzes met de bril van nu die later door historici toch voorstelbaar worden verklaard, óók als onze nazaten het niet snappen?
Voor wie denkt dat dit laatste zinnetje een steek onder water zou zijn naar wie dan ook, die heeft het mis. De historicus die elk van ons het meeste moet vrezen waggelt nu misschien met een luier door je woonkamer, leent vandaag even je auto of je zwaait haar uit als ze vanavond weer naar haar studentkamer in Utrecht vertrekt. Ik hoop nog lang als naslagwerk te mogen meereizen en dat wens ik iedereen toe. Het is uiteindelijk niet voor niets zondagmorgen.