100 jaar Eindhoven 1920-2020 de annexatie

In deze laatste bijdrage kijken we terug naar nu Groot Eindhoven opnieuw via de reisnotities van baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der Koningin in Noord-Brabant van 1894-1928. Zouden in Eindhoven van die tijd ook zulke gevechten tussen de clerus en de burgemeester hebben plaats gevonden als in Woensel? Als je deze notities leest laat dan ook je gedachten eens gaan over de huidige situatie.

Het stadhuis tijdens Eindhoven Glow – Foto: Rien Valk

Den 17 Augustus 1920 kwam ik weer in Eindhoven. Het is thans Groot Eindhoven; sinds 1 Januari 1920 zijn de gemeenten Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel, Strijp en Eindhoven tot ééne gemeente vereenigd. Burgemeester Verdijk heeft 4 wethouders gekregen: Mr Dr Jan van Best, onderwijs en armwezen; Cox, sociale aangelegenheden en landbouw; Van Engeland, Finantiën; Raupp: Openbare werken en bedrijven.

De begroting
De begrooting 1920 zal binnenkort bij B. en W. in behandeling komen; ontvangsten en uitgaven bedragen ongeveer 9 millioen: 7 buitengewoon en 2 gewoon.

Onderwijs
Het onderwijs is thans reeds goed verzorgd. Hooger: Gymnasium der Augustijnen; voor de meisjes een lyceum; Middelbaar: Eene openbare en eene bijzondere H.B.S.; beiden goed; Lager: In het geheel zijn er 26 scholen (openbare en bijzondere samen) met 5.200 leerlingen. Bij de invoering van de nieuwe onderwijswet zal er veel zeemanschap noodig zijn, om alles zóó te schikken, dat Eindhoven niet teveel scholen moet bouwen;
Teeken: Uitstekende gemeentelijke inrichting met 240 leerlingen; Ambachts: Zeer goede ambachtsschool; 120 leerlingen van welke 30 voor elektriciteit; Textiel: Zeer goed; 50 leerlingen; zelfs eenige zoons van fabrikanten; De leiding van het teeken-, ambachts- en textielonderwijs heeft de Heer Bouwmans, de opvolger van Steggerda; Handels: Het hooger handelsonderwijs sluit aan op Rotterdam.
Armenzorg: Er zijn nog 6 burgerlijke armbesturen; er moet in de plaats daarvan één burgerlijk armbestuur komen. Ook de instelling van een armenraad is noodzakelijk. Kosten zijn voorloopig niet te ramen.

Eindhoven rond 1920

De grote stad
Volkshuisvesting: Na alles, wat daarvoor reeds gedaan werd, zullen in de eerste 5 jr nog 2.000 woningen gebouwd moeten worden. Bovendien heeft Philips er op het moment 270 onderhanden.
Ziekenhuis: Voorloopig doet men niets; men vreest op den duur een ziekenhuis te zullen moeten bouwen van 300 bedden; per bed f. 6.000.
Begraafplaats: Voorloopig zes; op den duur zal men tot ééne groote centrale begraafplaats moeten komen.
Politie: Thans 46 man. Sinds 1 Januari maakten deze 2.500 processen verbaal, waarvan 600 voor openbare dronkenschap, 20 voor zedemisdrijf. De nieuwe organisatie wacht op den nieuwen Commissaris van Politie; men denkt, dat het politiecorps wel tot 150 man zal worden opgevoerd.
Brandweer: is treurig; geen enkele autospuit; de waterleiding ligt lang niet overal, en heeft bovendien geen voldoende capaciteit. Eene goede organisatie zal zeer kostbaar zijn.
Kanaal Eindhoven-Helmond: Capaciteit is veel te klein; het grootste schip kan slechts 270 ton steenkool aanvoeren. Een behoorlijk kanaal zal 2½ millioen kosten.
Verbetering (aanleg) wegen: Er is op dit gebied ontzettend veel te doen; het is niet te ramen,hoeveel daarvoor noodig is.

Raadhuis
Raadhuis: Natuurlijk veel te klein; in de raadszaal kunnen 29 Raadsleden zitten, als er geen kachel staat, dus alleen ’s zomers.
Personeel ter secretarie: Zit in verschillende localiteiten over de heele gemeente verdeeld. Dienst van publieke werken is zeer goed ondergebracht in Raadhuis Stratum.
Gasfabriek: leverde in 1919 6½ millioen M3 gas; te klein; er moet voor 6½ ton aan verwerkt.
Waterleiding: geen voldoende capaciteit; alle buizen zijn te klein. Philips heeft per nacht 1.000 M3 noodig.
Elektriciteit: werkt gunstig; in het eerste quartaal 1920 f. 20.000,- verdiend.
Dommel: Men hoopt het waterafvoerkanaal verbreed te zien tot een scheepvaartkanaal, van de Gennepsche watermolen tot het Wilhelminakanaal.
Waterschade: Veel; tusschen Waalre en Gestel liggen honderden hectaren geheel waardeloos.
Waterverversching: geschiedt langs de Vest; is vrij goed in orde.
B. en W. schatten het totaal belastbare inkomen over 1920 op 12 millioen; men wil aan hoofdelijken omslag heffen 8 ton tot 1 millioen. Men meent, dat 65% van het inkomen uit bedrijf komt, en 35% uit vermogen. Aan opcenten, tantième en dividendbelasting ontvangt Eindhoven in 1920 f. 175.000.
R.V. Volksbond heeft 6.000 leden; daar gaat veel kracht van uit. De geest van het volk is best; in November 1918 waren de socialisten bang, dat er iets te doen zou komen, en dat zij het dan te kwaad zouden krijgen. Er zullen 250 à 300 georganiseerde S.D.A.P. ers zijn; bij raadsverkiezing brachten de socialisten ± 800 stemmen uit. De Bestuurdersbond in Woensel gaat in macht achteruit; vooral sinds Philips dien bond niet alleen niet meer steunt, maar tegenwerkt; men verwacht, dat die bond niet lang meer zal bestaan.

Vier jaar later
Den elfden Augustus 1924 kwam ik weer in Eindhoven. Ik werd daar ontvangen door den burgemeester met de vier wethouders: v. Engeland, Van Vroonhoven, Van Woerkom en Smits van Oyen. Deze laatste werd eerst voor enkele dagen als zoodanig benoemd; ik begon daarom met te vragen, of de Heeren hunne functies anders verdeeld hadden. Toen ik vernam, dat Van Engeland nog de portefeuille van Finantien had, maakte ik daarvan gebruik, om hem een formeelen uitbrander te geven, dat Eindhoven de rekening 1922 en de begrooting 1924 eerst in Juli 1924 had ingezonden, nadat ik mijne ontevredenheid betuigd had aan B. en W., dat die stukken niet inkwamen. Toen v. Engeland die reprimande niet aannam, ben ik heftig tegen hem uitgevallen, en heb ik het verwijt gedaan, dat de laatste rekening van Tongelre misschien twee jaar te laat, en niet dan met de grootste moeite eindelijk aan Den Bosch was ingezonden.
Na mijne audientie verzocht v. Engeland in afzonderlijk gehoor te worden ontvangen. Hij kwam op de zaak terug, en meende, dat ik de rekening van Tongelre niet ter sprake had mogen brengen, en dat ik hem daarmede persoonlijk had aangevallen. Ik heb hem toen op zijne misvatting gewezen: na de vereeniging van Tongelre met Eindhoven moest de laatste rekening van Tongelre door het nieuwe gemeentebestuur van Eindhoven aan G.S. worden ingezonden. Met mijn verwijt inzake de rekening van Tongelre was ik dus bij B. en W. v. Eindhoven juist waar
ik zijn moest. Iets anders ware het geweest, wanneer ik hem over de late inzending van de laatste rekening van Zes Gehuchten door het gemeentebestuur van Geldrop hard had aangevallen; dat liep in die mate de spuigaten uit, dat Fleskens op het Gouvernement kwam vragen, om deswege een boozen brief aan Geldrop te schrijven. Want wat of Fleskens persoonlijk vroeg of schreef, v. Engeland reageerde daar niet op; met een brief van G.S. was misschien iets te bereiken. Maar daarover had ik mij tegenover B. en W. van Eindhoven niet uitgelaten!
v. Engeland zeide mij toen, dat hij niet verdiende door mij zóó te worden toegesproken omdat hij als wethouder pro Deo werkte, omdat zijn wachtgeld gedeeltelijk werd ingehouden. Daarop heb ik hem geantwoord, dat het mij in hooge mate had geërgerd, dat hij moeite had gedaan om naast zijn volle salaris als wethouder van Eindhoven zijn volle wachtgeld te toucheeren; dat iedereen – behalve de Heer Van Engeland – van meening was, dat hij daarop geen recht had en niet de minste aanspraak kon doen gelden. Ik heb hem toen verzocht den burgemeester met de andere wethouders te gaan roepen, waarmede deze afstraffing van den Heer Van Engeland geëindigd was.

Philips
Philips werkt met 7.500 menschen; wat moet het worden als die zaak eens fout loopt. Het getal werkeloozen slonk van 2.800 tot 230. Woningnood nóg groot. Gemeente bouwde 2.500 woningen; Philips 1.100. En nog zijn er 1.000 te kort. In afzienbaren tijd komt er geen nieuw Raadhuis; er moet eerst nog een nieuwe straat getraceerd worden door het daarvoor bestemde en gekochte terrein. Het aantal leden van de R.K. Volksbond liep tot 3.500 terug; het gaat thans weer in stijgende lijn. Georganiseerde socialisten zijn er 700. Maar bij de laatste verkiezing brachten zij 2000 stemmen uit. Geen armenraad; het algemeen armbestuur functioneert als zoodanig.

Voor de voorgaande delen zie: dse.nl 100 jaar Eindhoven

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *