GEDICHT: De muren in zijn hoofd
De muren in zijn hoofd
Hij volgt hem
haast ademloos
door de oude haven.
Zijn gids is jong
en snel.
Hij loopt
waar hij vermoedt
dat de gids liep.
Is dat de echo
van die stem,
een kind nog,
daar op dat plein,
in dat restaurant,
of kwam het geluid
uit de nacht binnen.
Een resonantie
in zonlicht.
Een herinnering
die bleef haken
in het vangnet
van zintuigen
en geest.
Stadslicht groeit
zienderogen
en verblindt alles.
Hij blijft dwalen
en verbindt alles,
stopt het zoeken
en vindt alles.
(Voor alle vakantiegangers.)