Zeven dagen zeven boeken – dag 5

Het boek dat mij de laatste weken bezig heeft gehouden komt uit het poëtische oeuvre van de Canadese dichteres Anne Carson. Mijn boek is haar De schoonheid van de echtgenoot, bij voorkeur in het originele prachtige Engels (The beauty of the husband) of vertaald door Marijke Emeis.

Ik lees nu eenmaal 80% poëzie sinds mijn puberjaren. Op de Bredase katholieke HBS wilde ik poëzie op mijn literatuurlijst zetten en gedichten die mij werkelijk troffen kwamen van toen vernieuwende dichters als Lucebert, Hugo Claus, Remco Campert, Jan Hanlo, Simon Vinkenoog en zo. Die werden niet geaccepteerd, dus werd het Bloem, maar zelfs die keuze werd met gefronste wenkbrauwen begroet. Ik zocht de verwondering, dat begreep ik, en dat is altijd mijn motivatie gebleven.

Het fantastische van poëzie is dat altijd weer die verwondering terugkeert, bij elke nieuwe generatie, stroming, of school. Ik lees tegenwoordig poëzie uit heel de wereld, en er gaat geen week, soms zelfs geen dag voorbij zonder die verruimende, opheffende ervaring, die me blijft inspireren.

Anne Carson (1950) is een Canadese professor in de Klassieke Literatuur, vertaler, essayist en bovenal dichter. Het wonder is, dat zij dat allemaal gelijktijdig is. Als zij bijvoorbeeld de weinige fragmenten van de klassieke Griekse dichteres Sappho vertaalt, publiceert zij haar vertalingen én haar essays over Sappho en eros, én haar persoonlijke poëtische reacties, samen als één grensoverschrijdend geheel met een dusdanige kwaliteit, dat zij literaire prijs na prijs verzamelt.

De schoonheid van de echtgenoot (2001) is een essay over John Keats’ idee dat schoonheid = waarheid, en is ook het verhaal van een huwelijk. Het wordt verteld in 29 tango’s: een tango (zoals een huwelijk) is immers iets dat je tot het einde moet dansen. De verhalende gedichten loodsen de lezer levendig door erotische, pijnlijke en hartverscheurende scènes van een huwelijk dat in verval is geraakt. Alleen Anne Carson kan een werk maken over het oudste van de lyrische onderwerpen – liefde – en het helder, brutaal, ontroerend, duister, grappig verdichten in directe, toegankelijke poëzie, zo krachtig, zo fris en zo verwoestend. En zo eindeloos verwonderend…

 

TANGO XII HERE’S OUR CLEAN BUSINESS NOW LET’S GO DOWN THE HALL TO THE BLACK ROOM WHERE I MAKE MY REAL MONEY
You want to see how things were going from the husband’s point of view –
let’s go round the back,
there stands the wife
gripping herself at the elbows and facing the husband.
Not tears he is saying, not tears again. But still they fall.
She is watching him.
I’m sorry he says. Do you believe me.
Watching.
I never wanted to harm you.
Watching.
This is banal. It’s like Oscar Wilde. Say something!
I believe

your taxi is here she said.
He looked down at the street. She was right. It stung him,
the pathos of her keen hearing.
There she stood a person with particular traits,
a certain heart, life beating on its way in her.
He signals to the driver, five minutes.
Now her tears have stopped.
What will she do after I go? he wonders. Her evening. It closed his breath.
Her strange evening.
Well he said.
Do you know she began.
What.

If I could kill you I would then have to make another exactly like you.
Why.
To tell it to.
Perfection rested on them for a moment like calm on a lake.
Pain rested.
Beauty does not rest.
The husband touched his wife’s temple
and turned
and ran
down
the
stairs.

© 2000, Anne Carson, from: The Beauty of the Husband: A Fictional Essay in 29 Tangos
Publisher: Knopf, New York, 2001.

2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *