Weerhistorie: De Hondsdagen. (ca. 20 juli tot 20 augustus)

Op het moment dat ik dit schrijf is het 12 juli, d.w.z. dat over een week we weer in de “Hondsdagen” zitten.
10 Jaar geleden schreef ik op de site van DSE ook al eens een stukje over de hondsdagen maar na 10 jaar kan het nog wel een keer.
Vroeger muilkorfde men de honden in deze tijd van het jaar omdat men bang was voor hondsdolheid. Dat is heel vreemd want verband tussen hondsdolheid en de periode van ca.20 juli tot 20 augustus is er niet.
De term hondsdolheid heeft niets te maken met honden maar met de ster “Sirius” in het sterrenbeeld “Grote Hond”.
Op of omstreeks 20 juli komt de ster Sirius gelijktijdig op met de zon en kunnen we hem daardoor niet meer goed zien. Rond 20 augustus is dat weer voorbij en kunnen we Sirius weer zien. Sirius is een heldere ster en men vond het vroeger vreemd dat hij plotseling niet meer te zien was.
In de volksweerkunde kent men aan de periode van de hondsdagen veel voorspellende waarde toe voor het weer van de rest van het jaar.
Met vindt dat terug in vele oude weerspreuken die op een of andere manier hier over gaan.

“Zijn de hondsdagen helder en klaar, verwacht dan maar een gunstig jaar. Of
“Regen op Sint Margriet, zes weken boerenverdriet.”

Sint Margriet of Pisgriet is op 20 juli.

Karakteristiek voor de Eindhovense hondsdagen is warm, broeierig weer met vaak onweer.
Vroeger toen er nog geen koelkasten waren was dit de periode waarin de melk snel zuur werd.
Gezien het weer in deze periode zullen de uitdrukkingen “Hondsmoe” en “Hondenweer”ook wel iets met de hondsdagen te maken hebben.

Gerrit

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *