Kent de Hoogbouwlobby ook een winterslaap?

Gisteren beschreef Peer Notermans in zijn artikel over de ontwakende stadspolitiek in “Kruipt de gemeenteraad uit de Hoogbouwwinterslaap?”. Er is een heel goede reden om zijn tekst vandaag nog een keertje te lezen en om dat te begrijpen moet je weten hoe het in Eindhoven óók werkt.

Hoogstedelijk
Ik heb de term niet bedacht en ik weet ook niet wie het begrip in Eindhoven introduceerde, maar het ligt lekker in het gehoor. Zeg het maar eens heel rustig hardop, liefst met een harde ‘G’ en een aardappel in de keel: ‘hoooogstedelijk’. Op de ijsbaan hebben ze een in een bovenhoek een taartpunt van het Euromast-restaurant ‘hangen’. Iedereen noemt dat al bijna 40 jaar ‘De Kantine’ maar het heet ”t Schaetshuys’.

Hoogstedelijk wonen wil in Eindhoven eigenlijk zeggen dat er meer hoge flats komen die tezamen het stadsaanzicht opnieuw gaan definiëren. Het is belangrijk dat de Gemeente Eindhoven dat een goede ontwikkeling vind, sterker nog, het is de kapstok van de gepubliceerde omgevingsvisie. Met andere woorden: Bouwmeester & Wethouders van Eindhoven presenteren beleid dat volledig inzet op een binnenstad met hoge flats in allerlei vormpjes.

W-vragen
Je gaat je als rechtgeaarde Eindhovenaar de vraag stellen waarom of waar dan of wanneer of wie komt er met dit idee of… Als je dat probeert te achterhalen dan zou je de omgevingsvisie zelf moeten lezen. Ik heb het verschillende mensen gevraagd te doen en die komen niet veel verder dan een kwart van het document en zeggen ‘Huh?’ of ‘What de f***?!’, onafhankelijk van de leeftijd, het opleidingsniveau of het beroep.

Wie?
Zo gek is de reactie van de door mij lastiggevallen lezers niet, want wie wil er nu zo nodig hoooogstedelijk wonen? Dat antwoord formuleerde Peer Notermans gelukkig al: slechts 11 procent van de bevolking. Ik moest denken aan de bewering van Cees Rein van den Hoogenband toen hij als zelfbenoemde sportambassadeur van Eindhoven stelde dat ‘iedereen’ kon zien dat de ijsbaan versleten was en daarom nieuwbouw tegen De Tongelreep volstrekt logisch was. Toen had ie de KNZB nog niet binnen. Het was onzin, maar klonk geloofwaardig.

Waar?
In de binnenstad natuurlijk. Voor Bouwmeester en Wethouders is Brainport eigenlijk de stad en het middelpunt is de Eindhovense binnenstad. Althans als je Eindhoven ziet als een gedroomde metropool. Want dat is een wensbeeld, een uitgangspunt, een aanname en de aankomende honderd jaar geen realiteit.

Waarom?
Om dat te begrijpen moet je zijn in de hoek van de grote probleemoplossers van Eindhoven, the A-team met een naam die in huize Leenhouwers nooit op cassettebandjes stond: TDK. De club van Techniek, Design en Kennis oftewel de hoogtechnologische industrie, de hoog aangeschreven ontwerpers en bijbehorende academie en Fontys Hogescholen tezamen met de hoogleraren en professoren van de TU/e.

TDK, typisch Eindhoven

De ene partij zorgt voor de rekensommen, de andere voor de verantwoording (Prof. Dr. Ing. Huppeldepup zegt dat Eindhoven geen andere keus heeft) en een leuk ontwerp is ook geen probleem. Nou ja, daarom dus. Maar er is nog een reden.

Waarom nog meer?
Eindhoven is het Binnenhof van Brainport en u mag zelf raden wie de rol van Rutte speelt: ‘iedereen mag meedoen en het is een participatiemaatschappij’. De Raad van Elf procent steekt een hand naast het gezicht en het zatte harmonieke speelt ’ta-daa 3x’. Als maar zo weinig Eindhovenaren echt krijgen waar ze in zouden willen wonen, dan staat dat hele zaakje straks toch leeg? Niet dus, want de club van TDK heeft woonruimte nodig voor mensen die niet uit Eindhoven komen en die komen veelal niet om hier een leven op te bouwen maar om tijdelijk ‘bij te dragen aan de welvaart van alle lagen van de Eindhovense bevolking’. Want dát is die andere aanname die in relatie tot Brainport eindeloos herhaald wordt.

Tweedeling? ‘It’s just a flesh wound’
Zelfs als er voor ‘In de Buurt’, toch wel de Eindhovense Pravda te noemen, geen ontkomen meer aan is: ‘Da’s niet best! De kloof tussen arm en rijk groeit in Eindhoven’, ( Indebuurt.nl, 9 november 2019 ). Als u de link opent ziet u dat er ook een tweet is opgenomen waarin Cees Jan Pen reageert. Dat is de Eindhovense Stadsverdichter en oud-lector ‘Brainport’ van Fontys Hogescholen. ‘You can hire… the TDK team!’, helaas zonder de bijbehorende muziek uit de serie met dood, verderf en onzichtbaar bloed. Wat de hooggeleerde Pen hiermee doet, en dat geldt eigenlijk voor het hele gekozen bestuur in Eindhoven, is wat de Zwarte Ridder deed die Monty Python ooit presteerde. In een gevecht met Koning Arthur verloor de ridder niet één maar beide armen. Arthur claimde vervolgens de overwinning maar krijgt dan een schop van The Black Knight terwijl hij zegt: ‘It’s just a flesh wound!’.

Waarom dan wèl?
Als je een binnenstad gaat verbouwen, dan spelen er natuurlijk heel veel factoren en vraagstukken een rol. Je zou dan ook verwachten dat in eerste instantie het college van B & W zich zou inzetten voor een leefbare stad. De vraag is wat dat is, een leefbare stad. Is dat een stad met een binnenstad vol woontorens die veelal gevuld zijn met mensen die hier maar een aantal jaar blijven?

Eindhoven de kilste?

De grond is op
Een andere factor is de beperkte bouwgrond wat weer alles te maken heeft met verordeningen, bestemmingsplannen en groen. We gaan enorm veel geld investeren in gebouwen die vooral nét doen alsof ze groen zijn. Het VDMA-gebeuren is zo’n voorbeeld, de Trudo Toren op het Strijp dat vroeger Philips was ook. ‘Alleen in de binnenstad kan gebouwd worden, de rest is beschermd. De grond is op.’ Dat is in algemeen beschaafd Brabants dus een tweede reden. Het gemak waarmee een dierenasiel op een bedrijfsterrein terecht kan komen bewijst het omgekeerde. Als het Eindhovense bestuur het wil, dan kan het ook andere locaties aanwijzen. Het zou voor de huidige 100 procent van de Eindhovenaren op zijn minst de moeite waard zijn. Anders dan Cees Jan Pen stelt, inmiddels ‘lector Ondernemende Regio’ bij Fontys, is de situatie eigenlijk: onze binnenstad volproppen is te duur, inefficiënt en als je alles meeneemt mogelijk ook nog slechter voor het (stads)milieu. Het belangrijkste tegenargument is dat zelfs wanneer je wél alles volpropt, dan kom je er nog niet. Ook niet als je alle regels versoepelt zoals wethouder Torunoglu bereid is te doen.

Hoe kan dit dan toch gebeuren?
Om dat een beetje te snappen moet u even mee naar de periode tussen de twee oorlogen in de vorige eeuw. Twintig jaar van relatieve rust op het Europese vasteland. De periode heeft een mooi etiket gekregen: het ‘interbellum’. Na de ellende van de eerste wereldoorlog had niemand verwacht dat twintig jaar later al een tweede uit zou breken. De geschiedkundigen bestuderen dat fenomeen nog steeds, maar vast staat dat er een bodem was waarop domme keuzes ineens gerechtvaardigd leken. De economische crisis, opgelegde herstelbetalingen, mokkende arbeiders en industriëlen die hun belangen dachten te moeten verdedigen maar bovenal: zwakke democratieën die de roep om sterk leiderschap geen weerwoord konden bieden. Maar hoe zit dat dan in Eindhoven?

Eindhovense parallel
Je hoeft niet lang te zoeken om te ontdekken dat aan één van de voorwaarden uit het interbellum ook nu wordt voldaan. Het democratisch gehalte, of liever: de kwaliteit van onze stadsdemocratie, is ronduit zwak. Dat ligt voor een deel aan ons systeem waarin gestemd wordt op partijen die vervolgens met andere partijen dealtjes moeten maken. Maar het ligt in Eindhoven ook aan andere factoren, bijvoorbeeld aan de macht die ligt bij het TDK-team, bij Brainport en allerlei andere clubs waardoor je als inwoner niets herkent van je zorgvuldig verleende stem. Misschien is nog wel het grootste probleem dat de gemeente Eindhoven nauwelijks financiële middelen heeft. Voeg eraan toe dat ‘we’ ons in het verleden hebben overgeleverd aan ‘Brainport Development’ en elke vorm van transparantie is verdwenen.

De hoogbouwlobby
Als er één lobby is die in het kader van De Omgevingsvisie van John Jorritsma en consortiums zich roert, dan is het die van de hoogbouw. Voor het eerst was het zichtbaar toen eerder gesproken werd over de bouw van hoge torens in de stad. Een goedgevulde zaal met duidelijke kritiek vanuit het publiek. Wie er luisterde kon er niet omheen: die hoogbouw, die is op zijn minst discutabel. Waar de inwoners niet op gerekend hadden, was dat de zaal ook gevuld zat met vertegenwoordigers van Bob de Bouwer. En de ‘spontane keuze’ van de gespreksleider om een rondje ‘handje omhoog, wie is voor, wie is tegen’ deed de rest.

De hulde van Peer Notermans aan het CDA voor het organiseren van een stadsgesprek op 13 februari a.s. over hoogbouw is terecht, maar ik vraag me af of we die avond niet opnieuw afstevenen op een Brexit-achtig referendum. Zal het gesprek uiteindelijk opnieuw een totaal onverwachte wending nemen? Het zal afhangen van de samenstelling van het publiek… en van de gespreksleider(s).

Tot slot
De democratie toont zich in Eindhoven op het punt van hoogbouw van haar zwakste kant. Wie vraagt ‘Bent u voor of tegen hoogbouw?’, reduceert een complex probleem tot de bediening van een waterkoker. Dat kunt u zelf ook. Het complexe probleem is dat inwoners van Eindhoven niet kunnen beschikken over een woning die bij hen past. Elf procent van dat probleem wordt opgelost door de binnenstad vol te proppen. De overige 89 procent moet wachten. “Wie is er voor, wie is er tegen?”

Meer informatie:
It’s just a flesh wound. (Youtube: Black Knight versus King Arthur, Monty Python)

Kruipt de gemeente uit de Hoogbouwwinterslaap? ( dse.nl, Peer Notermans )

The sunny heart of Brainport: de omgevingsvisie (veul plaatjes,dse.nl)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *